Uitspraak
Rechtbank den haag
- de burgemeester van Gouda, vertegenwoordigd door mr. F.A. Pommer;
- mr. J. Nagtegaal, advocaat van [verzoeker]
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
in het gevaler vragen zouden zijn. De wrakingskamer overweegt dat er kennelijk geen vragen waren aan de zijde van de rechter toen de gemachtigde het woord vroeg. De advocaat van verzoeker heeft op geen enkel moment verzocht verzoeker of zijn gemachtigde het woord te geven. De stelling van verzoeker dat hij daardoor niet, althans onvoldoende, in de gelegenheid is gesteld om zijn zienswijze naar voren te brengen, wordt verworpen. Uit het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 29 september 2020 blijkt immers dat de advocaat van verzoeker het woord heeft gevoerd en ruimschoots in de gelegenheid is gesteld om de zienswijze van de verzoeker naar voren te brengen. Gelet hierop is de wrakingskamer van oordeel dat geen sprake is van objectief gerechtvaardigde vrees van vooringenomenheid van de rechter jegens verzoeker is en de wrakingskamer wijst daarom het verzoek tot wraking af.