ECLI:NL:RBDHA:2020:1263
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing opvolgende asielaanvragen van Oekraïense journalisten en de beoordeling van de Oekraïne als veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de opvolgende asielaanvragen van een Oekraïens echtpaar, dat ook een minderjarig kind heeft. De aanvragen zijn niet-ontvankelijk verklaard door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat de Oekraïne als veilig land van herkomst wordt beschouwd. De eisers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld, waarbij zij stelden dat de situatie voor journalisten in de Oekraïne is verslechterd en dat zij niet de bescherming krijgen die zij nodig hebben. Tijdens de zitting op 3 januari 2020 zijn de eisers verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde, en is er een getuige gehoord die de situatie in de Oekraïne bevestigde.
De rechtbank heeft overwogen dat de eerdere asielprocedures van de eisers al zijn afgewezen en dat de huidige aanvragen geen nieuwe elementen of bevindingen bevatten die een herbeoordeling rechtvaardigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat het op voorhand zinloos is om de Oekraïense autoriteiten te benaderen voor rechtsbescherming. De rechtbank heeft de eerdere uitspraken over de Oekraïne als veilig land van herkomst bevestigd en geconcludeerd dat de aanvragen terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard. De beroepen zijn ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.