ECLI:NL:RBDHA:2020:12227

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 december 2020
Publicatiedatum
1 december 2020
Zaaknummer
09/210890-20
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling leerkracht voor seksueel misbruik van leerlingen en bezit van kinder- en dierenpornografie

Op 1 december 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een leerkracht die beschuldigd werd van seksueel misbruik van drie jonge leerlingen in zijn klaslokaal. De verdachte, geboren in 1984, werd beschuldigd van het seksueel binnendringen van de lichamen van de leerlingen, die op het moment van de feiten nog geen 12 jaar oud waren. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers betrouwbaar waren en dat er voldoende bewijs was voor de tenlastegelegde feiten. De verdachte werd ook veroordeeld voor het bezit van kinder- en dierenpornografie op zijn mobiele telefoon. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden en een beroepsverbod voor vijf jaar. Daarnaast werd schadevergoeding toegewezen aan de slachtoffers.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/210890-20
Datum uitspraak: 1 december 2020
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres] ,
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting Alphen aan den Rijn.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 17 november 2020.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. B.C.C. van Roessel en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman
mr. G.J. van Oosten en raadsvrouw P. Metgod naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting - ten laste gelegd
hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding
De verdachte wordt kortgezegd verweten dat hij zich als docent schuldig heeft gemaakt aan het seksueel binnendringen van het lichaam van alsmede het plegen van ontucht met de onder zijn toezicht staande basisschoolleerlingen [slachtoffer 1] (feit 1) en [slachtoffer 2] (feit 2) in het schooljaar 2017-2018 en [slachtoffer 3] (feit 3) in het schooljaar 2019-2020, die elk op dat moment de leeftijd van 12 jaar nog niet hadden bereikt. Ook wordt de verdachte verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven, in bezit hebben van en/of zich toegang verschaffen tot kinderpornografie (feit 4) en het in bezit hebben van dierenpornografie (feit 5) op zijn mobiele telefoon.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder 3 ten eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde seksueel binnendringen en tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder 1 en 2 cumulatief/alternatief, onder 3 ten tweede cumulatief/alternatief en onder 4 en 5.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft namens de verdachte vrijspraak bepleit van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde. De verdachte ontkent deze feiten te hebben gepleegd. De verklaringen van de drie meisjes zijn ongeloofwaardig en niet betrouwbaar en mogen daarom niet voor het bewijs worden gebezigd. Om die reden kunnen zij ook niet als schakelbewijs worden gebruikt. Daarnaast is niet voldaan aan de bewijsminimumregel, vanwege een gebrek aan (betrouwbaar) steunbewijs. De raadsman heeft een voorwaardelijk verzoek gedaan om, indien de rechtbank niet van oordeel is dat de verdachte moet worden vrijgesproken, een tussenvonnis te wijzen en nader onderzoek te gelasten, omdat het onderzoek onvolledig is geweest.
De raadsman heeft daarnaast vrijspraak bepleit voor het onder 4 ten laste gelegde, omdat het opzet van de verdachte op het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografie ontbreekt. De verdachte heeft verklaard dat hij niet wist dat het materiaal zich op zijn telefoon bevond en ook niet weet hoe dit erop is gekomen. Het zou ongewilde bijvangst kunnen zijn van het illegaal downloaden van films, series, ‘extreme sports’ en e-books. Dit is aannemelijk aangezien het merendeel van de bestanden ‘thumbnail/thumbcache’ bestanden betreffen, die door het besturingssysteem zelfstandig gegenereerd zijn en zich niet in een standaard zichtbare map bevinden. Een andere mogelijke verklaring is dat hij niet als enige toegang heeft gehad tot zijn gegevensdragers. Het kan dus een ander zijn geweest.
De raadsman heeft tevens vrijspraak bepleit voor het onder 5 ten laste gelegde in bezit hebben van dierenpornografie. De verdachte heeft verklaard dat hij dit filmpje ongevraagd van zijn oom via WhatsApp heeft ontvangen. De verdachte ontvangt van deze oom wel vaker buitensporige filmpjes en alles wat hij via WhatsApp ontvangt, wordt automatisch opgeslagen op zijn telefoon. De verdachte bekijkt niet alles wat hij toegezonden krijgt. Dat de verdachte het filmpje op zijn telefoon had, was niet bewust en met wetenschap.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
Feiten 1, 2 en 3
Het bewijs
De verdachte werkt als docent op de [naam school] in Noordwijkerhout, sinds 2015 met een vast contract. [2] In het schooljaar 2017-2018 was hij leerkracht van groep 4, de groep van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . [3] In het schooljaar 2019-2020 was hij als leerkracht van groep 1 en 2 vanaf augustus/september 2019 docent van [slachtoffer 3] . [4]
De zaak is op de volgende wijze aan het licht gekomen
De moeder van [slachtoffer 1]
Op 9 juli 2020 heeft de moeder van [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag] 2009, bij de politie aangifte gedaan van seksueel misbruik van [slachtoffer 1] door de verdachte. De moeder heeft 3 dochters, die alle drie op de [naam school] in Noordwijkerhout zitten. [slachtoffer 1] , de oudste, zit inmiddels in groep 6. In groep 4 was [verdachte] haar meester.
Op 3 juli 2020 hoort de moeder van [slachtoffer 1] voor schooltijd van haar jongste dochter [naam 1] dat zij de dag ervoor in groep 3 was gaan kijken. Zij hoort haar middelste dochter [naam 2] daarop tegen [naam 1] zeggen: “Ik hoop niet dat je naar meester [verdachte] gaat, hij is niet goed”. Op de vraag wat [naam 2] daarmee bedoelt, zegt zij: “Ik weet het niet, moet je aan [slachtoffer 1] vragen”. [slachtoffer 1] zegt vervolgens op 3 juli 2020 tegen haar moeder: “Hij (de rechtbank begrijpt: [verdachte] ) raakte mij aan, zette zijn hand op mijn kruis en deed zulke dingen met mij”. Na schooltijd gaat het gesprek met [slachtoffer 1] weer verder. [slachtoffer 1] zegt dan: “Hij probeerde met zijn hand bij mijn kruis te komen. Ik duwde iedere keer zijn hand weg”. Als de moeder van [slachtoffer 1] vraagt hoe het is begonnen, vertelt [slachtoffer 1] dat [verdachte] tegen haar had gezegd dat zij niet hoefde te pauzeren en dat hij haar lessen zou geven. Hij zette haar dan op zijn schoot en pakte haar pols vast. Zij zat met haar rug tegen zijn borst. Hij drukte dan met zijn hand tegen haar kruis onder haar broek en dat deed pijn. De moeder van [slachtoffer 1] vraagt wat [verdachte] dan precies deed en [slachtoffer 1] zegt: “Ik weet het niet, maar het deed pijn.” [slachtoffer 1] vertelt ook dat meester [verdachte] zijn hand in de broek van [slachtoffer 1] had gedaan en op haar vagina drukte. De moeder van [slachtoffer 1] vraagt aan [slachtoffer 1] of zij zich ook had uitgekleed, maar zij zegt: “Nee, hij pakte mijn hand en raakte daarmee zijn penis aan onder zijn broek (…)”. [slachtoffer 1] had hem geprobeerd weg te duwen en hem te ontwijken. Maar [verdachte] was sterk en hij pakte haar vast en trok [slachtoffer 1] bij zich. Daarnaast vertelt [slachtoffer 1] dat meester [verdachte] haar borst had vastgepakt en hierin had geknepen. [slachtoffer 1] zegt ook dat zij niet de enige was en dat het ook bij haar vriendinnetje, [slachtoffer 2] was gebeurd. Het gebeurde om de dag, de ene dag bij [slachtoffer 1] en de andere dag bij [slachtoffer 2] , om en om. [5]
Het WhatsApp gesprek tussen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]
Op 5 juli 2020 voeren [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] een WhatsApp gesprek. Daarin vraagt [slachtoffer 1] aan [slachtoffer 2] of zij nog weet van meester [verdachte] en zegt [slachtoffer 1] dat zij tegen haar ouders over meester [verdachte] heeft verklaard, dat zij naar de directeur van de school gaan en gaan zeggen wat hij deed met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . [slachtoffer 1] zegt in het WhatsApp gesprek dat het kindermishandeling is, zoals [slachtoffer 2] eerder ook al zei. Het was volgens [slachtoffer 1] niet hun schuld, omdat hij “groot” is en zij in groep 4 zaten. [slachtoffer 1] ’s ouders hebben gezegd dat ze het gaan oplossen, omdat hij (de rechtbank begrijpt: [verdachte] ) nog steeds leraar bij groep 2 is en die zo klein zijn, “4 of zo”. [slachtoffer 1] zegt ook dat [slachtoffer 2] niet bang hoeft te zijn, omdat het zijn schuld is en niet die van hun. Zij deden niets en waren “gewoon te klein”. [slachtoffer 2] vraagt [slachtoffer 1] te stoppen met berichten sturen. Daarop vraagt [slachtoffer 1] aan [slachtoffer 2] of zij tegen haar ouders durft te zeggen wat hij tegen [slachtoffer 2] deed. [slachtoffer 2] vraagt [slachtoffer 1] nog een keer, dit maal in hoofdletters, om te stoppen met berichten sturen. [6]
De vader van [slachtoffer 2]
Op 9 juli 2020 heeft de vader van [slachtoffer 2] ), geboren op [geboortedag] 2010, bij de politie aangifte gedaan tegen de verdachte ter zake van seksueel misbruik van zijn dochter [slachtoffer 2] . De vader van [slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij op 5 juli 2020 door een oom van [slachtoffer 2] , [naam 3] , werd gebeld met het verhaal dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] door een meester van de school zouden zijn betast. De vader wilde het eerst niet geloven, waarna deze oom een WhatsApp gesprek tussen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan hem heeft laten lezen. [slachtoffer 2] wilde thuis niet vertellen waarover ze met [slachtoffer 1] aan het praten was, maar heeft na een tijdje aan haar ouders verteld dat haar meester haar op school, tijdens de lesuren, aan haar lichaam heeft aangeraakt en zijn vingers in haar vagina heeft gedaan. [slachtoffer 2] zei dat de meester haar tijdens de les naar zich toe had geroepen en haar toen had aangeraakt. Hij heeft haar over haar lichaam aangeraakt en daarna zijn vinger in haar vagina gestopt. [slachtoffer 2] vertelde ook dat de meester het ook bij [slachtoffer 1] had gedaan. De vader van [slachtoffer 2] heeft verklaard dat dit heeft plaatsgevonden in groep 4, tussen september 2018 en juli 2019. [7]
De moeder van [slachtoffer 2]
Op 9 juli 2020 heeft de moeder van [slachtoffer 2] tegen de politie verklaard dat alles per toeval naar boven is gekomen via een vriendinnetje uit de klas, dat [slachtoffer 2] aanvankelijk bang was en niets wilde vertellen, dat ze vervolgens keihard begon te huilen en tegen haar ouders heeft gezegd dat ze is aangeraakt door de leraar. Het zou twee jaar terug zijn gebeurd toen zij in groep 4 zat. [slachtoffer 2] heeft verteld dat hij elke les met haar ging knuffelen en dat hij zijn handen en vingers naar haar edele delen en letterlijk in of naar haar kutje bracht. Hij heeft haar aangeraakt daar en zijn vingers er ook ingedaan. [slachtoffer 2] heeft gezegd dat het niet alleen zij was maar ook twee andere vriendinnetjes. Een van hen was [slachtoffer 1] . [slachtoffer 2] zit met [slachtoffer 1] in dezelfde klas op de [naam school] , Noordwijkerhout. [8]
De brief van de school
Op 13 juli 2020 is vanuit de [naam school] een brief naar de ouders gestuurd waarin staat dat een signaal bij de school is binnengekomen dat twee jaar geleden een incident heeft plaatsgevonden tussen een medewerker van de school en één of twee leerlingen. Het gaat om een melding van grensoverschrijdend gedrag van een leerkracht naar een leerling. [9]
De moeder van [slachtoffer 3]
Op 23 juli 2020 heeft de moeder van [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedag] 2015, bij de politie aangifte gedaan van seksueel misbruik tegen de verdachte, de meester van [slachtoffer 3] . [slachtoffer 3] gaat naar de [naam school] in Noordwijkerhout.
De moeder van [slachtoffer 3] heeft verklaard dat haar dochter heeft verteld dat de meester aan haar plassertje heeft gezeten. In januari (de rechtbank begrijpt: 2020) kwam ze thuis met het verhaal dat de meester aan haar oortje had gesabbeld. De ouders zochten daar niets achter. Op dinsdag 19 mei (de rechtbank begrijpt: 2020) zei [slachtoffer 3] tijdens het avondeten: “Meester [verdachte] zat vandaag aan mijn plassertje”. De ouders vroegen zich af wat ze daarmee moesten. Een week later, op maandag 25 mei, zei [slachtoffer 3] weer onder het avond eten: “Meester [verdachte] zat vandaag weer aan mijn plassertje”. Daarop zocht de moeder van [slachtoffer 3] hulp en kreeg het advies een aantal open vragen te stellen aan [slachtoffer 3] .
De moeder heeft verder verklaard dat [slachtoffer 3] later die avond in detail vertelde wat er was gebeurd. [slachtoffer 3] vertelde dat meester [verdachte] aan haar plassertje had gezeten. Moeder vroeg toen hoe hij dat dan deed. [slachtoffer 3] liet daarop met haar hand zien hoe meester [verdachte] zijn hand had. Zij zag dat [slachtoffer 3] haar wijsvinger en haar middelvinger tegen elkaar aan deed en de andere vingers gespreid waren. Toen maakte zij met haar hand draaiende bewegingen. [slachtoffer 3] zei dat ze in de klas zat aan een tafeltje. [slachtoffer 3] vertelde dat meester [verdachte] toen naast haar kwam zitten tijdens het puzzelen. Ergens in het verhaal vertelde [slachtoffer 3] dat meester [verdachte] tegen haar had gezegd dat “het zo lekker zacht was”. De moeder heeft verklaard dat het haar duidelijk werd dat het hier om het plassertje van [slachtoffer 3] ging. [slachtoffer 3] gaf ook een keer aan dat ze de hand van meester [verdachte] weg heeft geduwd. De moeder hoorde [slachtoffer 3] zeggen: “Hij wil van mij elke dag een knuffel”.
Een week later had de moeder van [slachtoffer 3] een gesprek met Veilig Thuis. De ouders lieten de adviezen die zij kregen van Veilig Thuis nog even rusten. Wel kwam [slachtoffer 3] iedere dag uit school en vermeldde dan dat meester [verdachte] wel of niet aan haar plassertje had gezeten. De ouders vonden het een lastige situatie en besloten het nog even aan te kijken, tot het moment dat de brief van 13 juli 2020 van de school binnen kwam. Toen vroegen zij de school of de brief over de verdachte ging [10]
De brief van Veilig Thuis
In een brief van 22 juni 2020 aan de moeder van [slachtoffer 3] heeft een maatschappelijk werker van Veilig Thuis verslag gedaan van advies op 2 juni 2020 aan de moeder van [slachtoffer 3] , die heeft gemeld dat haar dochter van 4 jaar twee keer is thuisgekomen met het verhaal dat haar meester aan haar plassertje heeft gezeten. De moeder van [slachtoffer 3] weet niet wat zij hiermee moet, wil advies en heeft dat gekregen. [11]
Naar aanleiding van het voorgaande is besloten tot nader onderzoek, wat onder meer heeft geleid tot de studioverhoren van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
Het studioverhoor van [slachtoffer 1]
heeft op 24 juli 2020 verklaard dat hij [slachtoffer 1] ‘expres’ ging knuffelen. [12] Op de vraag wie ‘hij’ is, heeft [slachtoffer 1] “meester [verdachte] ” geantwoord. [13] Ze moest op zijn knieën en op hem gaan zitten. [14] Hij zat in een stoel. Hij pakte dan haar hand. Toen ging hij haar duwen en zei: “Ga op mij zitten”. Soms stond ze. Als ze zat, zat ze op zijn benen. Haar gezicht was dan naar de andere kant. [15]
Hij ging aan haar benen ‘alles’ voelen. Hij ging de hele tijd onder. Heel weinig boven. Maar “de meeste, meeste gewoon hier”, bij haar vagina. Hij ging ook onder haar broek. Hij raakte haar vagina aan. Hij begon in de lente/herfst. Toen het bijna zomer was ging hij de hele tijd aan haar voet en hele tijd aan haar vagina. Hij ging “heel strakjes” aan haar been. [16]
Hij ging aan haar vagina. Soms voelde ze pijn, soms goed/normaal. Met zijn hand. Heel vaak met zijn vinger. [17] Hij kriebelde, dan duwde hij hard en dan kriebelen. [18] Hij ging in de vagina en ertussen. Eerst hard knijpen, dan wiebelen. [19] Hij ging hard aan haar handen met één hand en met zijn andere hand in haar vagina. [20] Op de vragen of hij eerst de hand op de broek doet, dan in de broek en daarna in de onderbroek heeft [slachtoffer 1] geantwoord: “Ja”. [21]
Het is vaker gebeurd dan één keer. Het gebeurde in de klas. Eén keer in pauze tijd. Eerst haar vagina, boven de broek. Als ze niets zei ging hij onder de broek. [22]
Hij hield ook haar hand vast en deed het onder zijn broek. [23] Hij pakte haar hand en deed het onder zijn broek. Zij voelde dan een piemel. [24] [slachtoffer 1] denkt dat dat twee keer is gebeurd. [25] Hij deed zijn riem los. [26] Haar hand was onder de onderbroek. Op de vraag hoe die piemel voelde antwoordt [slachtoffer 1] “haren”. [27]
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat [slachtoffer 2] niet tegen haar ouders durfde te zeggen dat hij zo tegen hun deed. [28] Met [slachtoffer 2] is hetzelfde gebeurd, maar dan erger. Bij haar gebeurde het langer. [29] Hij ging ook aan haar vagina en “ging ook hij haar handen en piemel
(onverstaanbaar)ja”. [30]
Het studioverhoor van [slachtoffer 2]
heeft op 24 juli 2020 verklaard over meester [verdachte] . [31] Het gebeurde in de klas. Zij was op zijn schoot bij het bureau. [32] Hij deed zijn hand in haar broek. Waar haar buik zit. Bij haar onderbroek. De verbalisant heeft gezien dat [slachtoffer 2] met haar wijsvinger rondjes draait boven haar schaamstreek. [33] Hij deed zijn hand in haar onderbroek. Het is vaker gebeurd dan één keer. Ze zat toen in groep vier en het stopte toen ze naar groep vijf ging. Het gebeurde altijd achter zijn bureau. [34] [slachtoffer 1] ging ook bij meester [verdachte] op schoot ‘en zo’. Ze zag dat hij hetzelfde deed als bij haar. Ze zag hoe hij zijn hand in haar onderbroek stopte. Hij deed het ‘gewoon’ in de klas. [35] Hij zat met zijn hand tussen haar ‘piepa’ (fonetisch). [36] Zij denkt zijn hele hand. [37]
Het studioverhoor van [slachtoffer 3]
heeft op 28 juli 2020 verklaard dat meester [verdachte] aan haar plassertje heeft gezeten, met één vinger. Hij zei dat die ‘het’ heel zacht vond. Zij was toen op school. Het was in de klas. In groep 1. [38] Zij deed zijn hand wegduwen aan haar plassertje en zei: “Stop! Hou op!”. Hij ging elke dag aan haar plassertje. Op de vraag waar haar plassertje zit, wijst zij de voorkant van haar kruis aan. [39] Op de vraag of meester [verdachte] het op of onder haar kleren doet, heeft ze gezegd “onder mijn onderrok”. De verbalisant heeft opgemerkt dat [slachtoffer 3] tijdens het verhoor een rok aanhad. [40] Hij zat op zijn stoel. Zij was aan het puzzelen. Hij zat bij haar achter. [41] Hij heeft “wel duizend keer” aan haar plassertje gezeten. [42] Hij heeft alleen maar aan haar plasser gezeten. [43]
De [getuige]
De [getuige] werkt net zo lang op de [naam school] als de verdachte, op dit moment als intern begeleider. Zij heeft op 22 augustus 2020 als getuige verklaard dat zij hem wel eens heeft aangesproken op hoe hij kinderen vasthield: tussen zijn benen, kinderen hingen over hem heen. Zij heeft hem gezegd: “Kijk uit, je bent een man in het onderwijs”. [44]
De verdachte
De verdachte heeft onder meer verklaard dat hij kinderen knuffels geeft. [45] Dat houdt een omhelzing in. [46] Hij heeft [slachtoffer 1] meermalen geknuffeld [47] en [slachtoffer 2] ook een keer. [48] Ook [slachtoffer 3] heeft hij meermalen geknuffeld. [49] Kinderen sprongen ook wel eens op zijn schoot. [50]
Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
De rechtbank stelt voorop dat het is voorbehouden aan de rechter die over de feiten oordeelt om voor het bewijs te bezigen wat deze uit een oogpunt van betrouwbaarheid daartoe dienstig voorkomt en datgene terzijde te stellen wat deze voor het bewijs van geen waarde acht. Indien ten aanzien van de betrouwbaarheid van het gebruikte bewijsmateriaal door of namens de verdachte uitdrukkelijk onderbouwde standpunten worden ingenomen dan brengt de motiveringsplicht in de tweede volzin van artikel 359 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering mee dat de feitenrechter zijn beslissing nader motiveert. Deze motiveringsplicht doet echter niet af aan het uitgangspunt dat de selectie en waardering van het beschikbare feitenmateriaal is voorbehouden aan de feitenrechter. Voorts gaat deze motiveringsplicht niet zo ver dat bij de niet-aanvaarding van een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt op ieder detail van de argumentatie behoeft te worden ingegaan (vgl. Hoge Raad, 17 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:452).
In de onderhavige zaak is een tweetal deskundigenrapporten ingebracht, te weten een rapport van dr. F.H. Poletiek van 10 november 2020 en een rapport van prof. dr. P.J. van Koppen van 11 november 2020, beide rapporten zijn nadien nog nader aangevuld, die elkaar voor wat betreft de betrouwbaarheid van de door [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] afgelegde verklaringen op een aantal onderdelen tegenspreken. Het is uiteindelijk aan de rechtbank om zich een oordeel te vormen over de betrouwbaarheid van die verklaringen. De rechtbank zal hierna uiteen zetten op grond van welke overwegingen welke bewijswaarde kan worden toegekend aan de verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] .
De ‘disclosure’
De rechtbank acht – anders dan de verdediging – de verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] in voldoende mate betrouwbaar en daarom ook bruikbaar voor het bewijs. De rechtbank betrekt bij de vraag naar de betrouwbaarheid van de verklaringen in de eerste plaats de wijze waarop het verhaal over het misbruik door de verdachte naar buiten is gekomen en overweegt daartoe als volgt.
Het is begonnen op 3 juli 2020 bij het middelste zusje van [slachtoffer 1] , die hoopte dat hun jongste zusje niet bij de verdachte in de klas zou komen. Daarop heeft [slachtoffer 1] haar moeder in vertrouwen genomen over hetgeen haar en [slachtoffer 2] twee jaar eerder bij de verdachte in de klas was overkomen. De aanleiding voor het naar buiten brengen van het verhaal komt authentiek en oprecht over.
Dat geldt vervolgens ook voor de wijze waarop het verhaal van [slachtoffer 2] naar buiten is gekomen. Na het ontdekken van de WhatsApp berichten die [slachtoffer 2] had uitgewisseld met [slachtoffer 1] – waarbij zij [slachtoffer 1] tot twee maal toe verzocht te stoppen met het sturen van berichten – wilde [slachtoffer 2] in eerste instantie haar ouders niet vertellen wat er tussen haar en verdachte was voorgevallen. Datzelfde herhaalde zich bij haar eerste studioverhoor.
[slachtoffer 3] is in januari 2020 uit zichzelf tegen haar ouders gaan vertellen over een voorval tussen haar en de verdachte, bij wie zij op dat moment in de klas zat. Enige tijd later kwam zij met het verhaal dat zij door de verdachte aan haar vagina was betast. Vast staat dat de moeder van [slachtoffer 3] hierover op 2 juni 2020 contact heeft gehad met een maatschappelijk werker van Veilig Thuis, dus ruim voordat de verhalen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] naar buiten waren gekomen.
De rechtbank overweegt dat de verklaring van [slachtoffer 3] onmogelijk kan zijn beïnvloed door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , gelet op de wijze waarop de verhalen chronologisch gezien aan het licht zijn gekomen. De rechtbank acht daarnaast niet aannemelijk dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] elkaar hebben beïnvloed op een wijze die afbreuk doet aan de betrouwbaarheid van hun verklaringen, vanwege de omstandigheid dat [slachtoffer 2] anders dan [slachtoffer 1] zowel ten opzichte [slachtoffer 1] , als ten opzichte van haar ouders, als bij haar eerste studioverhoor moeite heeft openheid van zaken te geven.
Alle drie de meisjes hebben al voor hun studioverhoren een verklaring afgelegd tegenover hun ouders. Deze verklaringen komen steeds op essentiële onderdelen met elkaar overeen. Geen van de drie meisjes heeft tegenover de ouders een wezenlijk ander verhaal verteld dan tegenover de politie. Eventuele contacten die er tussen hen zijn geweest tussen het informeren van hun ouders en het studioverhoor hebben dus niet geleid tot een wijziging van hun verklaring en/of tot ‘collaborative storytelling’.
Ten aanzien van de studioverhoren van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
De rechtbank overweegt over de betrouwbaarheid verder nog dat sprake is van drie op zichzelf staande verklaringen van drie meisjes, die afzonderlijk van elkaar zijn verhoord in een studio door daarvoor speciaal opgeleide opsporingsambtenaren. Hun verklaringen zijn naar het oordeel van de rechtbank voldoende concreet (zij geven een beschrijving van wie, wanneer, hoe en waar), grotendeels gedetailleerd voor zover hun leeftijd dat toelaat en consistent (de kern van hetgeen zij tegen hun ouder(s) hebben gezegd komt overeen met hun verklaring bij de zedenrechercheurs). Bovendien verklaren [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] leeftijdsconform en in hun eigen bewoordingen.
In het geval van [slachtoffer 1] is de verklaring bovendien ook zeer uitvoerig. Een authentiek detail uit het studioverhoor van [slachtoffer 1] is bijvoorbeeld dat zij heeft verklaard dat de verdachte tijdens het misbruik de hele tijd naar de deur keek en als hij iemand hoorde lopen – het klappen van de voeten – haar wegduwde en zei: “Ga maar aan het werk” of, tegen de hele klas: “Oké jongens, pak je wisbordjes”. [51] Over de wijze waarop de zaak aan het licht is gekomen heeft [slachtoffer 1] bovendien een verklaring afgelegd die steun vindt in de rest van het dossier.
De verklaring van [slachtoffer 2] komt op een andere manier authentiek en oprecht over. Zij heeft consistent moeite te praten over de gebeurtenissen en was bang dat haar ouders dachten dat het haar schuld was. [52] Niet willen verklaren is, zo heeft deskundige Poletiek uiteengezet, niet ongebruikelijk voor kinderen met seksuele misbruikervaringen. Daarbij komt dat ingrijpende ervaringen waar niets tegen is te doen onder stress fragmentarisch kunnen worden opgeslagen, aldus deze deskundige. Of de verdachte [slachtoffer 2] heeft aangesproken op masturberen in de klas is niet duidelijk geworden. Voor zover dat is gebeurd, is een verband met haar verklaring niet aannemelijk geworden.
Voor [slachtoffer 3] geldt dat, gelet op haar jonge leeftijd en de onbevangenheid waarmee zij haar ouders op de hoogte heeft gebracht en gehouden, niet goed is voor te stellen dat zij haar verhaal heeft verzonnen. [slachtoffer 3] heeft de handelingen die verdachte met haar zou hebben verricht bovendien beschreven in een gesprek met haar moeder en daarbij met haar hand treffend laten zien hoe meester [verdachte] zijn hand hield bij het betasten. [53]
De tijdens de studioverhoren afgelegde verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zijn voorts het resultaat van, voor het overgrote deel, open vragen die aan hen zijn gesteld, waarna herhaaldelijk is doorgevraagd naar aanleiding van de gegeven antwoorden. Dat er door de verhoorders ook een aantal suggestieve vragen is gesteld, maakt het oordeel van de rechtbank over de betrouwbaarheid niet anders.
Ook de andere specifieke door de verdediging gebezigde argumenten voor de onbetrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] doen niet af aan het oordeel van de rechtbank dat de verklaringen in de kern authentiek en betrouwbaar zijn en derhalve bruikbaar voor het bewijs.
Dan resteert nog de vraag hoe het mogelijk is dat de verdachte zijn gang heeft kunnen gaan in een vol klaslokaal. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat heel veel kinderen gewoon aan het werk zijn [54] en [slachtoffer 2] heeft verklaard dat niemand in de klas oplette omdat er bijvoorbeeld rekenles was. [55] Volgens deskundige Poletiek was de aandacht van de leerlingen op die momenten dus niet gericht op de leerkracht. Een andere verklaring die deze deskundige heeft gegeven is dat de kinderen in de klas konden wat zij zagen niet goed begrijpen, net zoals [slachtoffer 2] , die in het studioverhoor herhaaldelijk liet weten dat ze geen woorden had voor wat er gebeurde en niet ‘wist’ wat er gebeurde.
Concluderend is de rechtbank, met de deskundige dr. F.H. Poletiek en anders dan de deskundige prof. dr. P.J. van Koppen, van oordeel dat van de verklaringen van de kinderen kan worden uitgegaan en de rechtbank zal deze verklaringen dan ook bezigen tot het bewijs.
Schakelbewijs en ander steunbewijs
De rechtbank ziet zich vervolgens gesteld voor de vraag of deze verklaringen – die lijnrecht tegenover de ontkennende verklaringen van de verdachte staan – voldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal en dus is voldaan aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is het toegelaten om aan andere soortgelijke feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen als steunbewijs (in de vorm van schakelbewijs) te gebruiken. Daarbij moet het gaan om bewijsmateriaal ten aanzien van die andere feiten dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen vertoont met het bewijsmateriaal van het te bewijzen feit en dat duidt op een herkenbaar en gelijksoortig patroon in de handelingen van de verdachte.
In het onderhavig geval gaat het om de tenlastelegging van zes zedendelicten, waarbij drie slachtoffers betrokken zijn. Naar het oordeel van de rechtbank vertonen de verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , op essentiële onderdelen elkaar ondersteunende overeenkomsten. Uit die verklaringen is naar het oordeel van de rechtbank een herkenbaar en gelijksoortig patroon, oftewel een modus operandi, in het handelen van de verdachte af te leiden. Die modus operandi van de verdachte kenmerkt zich hierin dat het misbruik steeds gebeurde met een jong meisje uit zijn klas en onder schooltijd plaats had in het klaslokaal van de verdachte en die leerling door middel van een hand in de (onder)broek van de slachtoffers, waarbij sprake was van het betasten van het geslachtsdeel van de slachtoffers terwijl verdachte zich steeds achter de slachtoffers bevond en/of de verdachte het slachtoffer op schoot had.
De rechtbank is – gelet op deze belangrijke overeenkomsten in de verklaringen – van oordeel dat de verklaringen van de meisjes over en weer – middels een schakelbewijsconstructie – als steunbewijs kunnen worden gebruikt voor de feiten 1, 2 en 3.
Verder hebben de verdachte en [getuige] verklaard dat de verdachte in de door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] beschreven periode hun meester was en datzelfde geldt voor [slachtoffer 3] , die de verdachte als docent had op het moment dat zij melding begon te maken van het feit dat hij haar betastte. De verdachte heeft voorts bevestigd dat hij deze drie meisjes heeft geknuffeld, hetgeen zij zelf ook hebben verklaard. Dat knuffelen krijgt naar het oordeel van de rechtbank in het licht van de verdere bewijsmiddelen een seksuele lading. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen beide gegevens in dit geval als steunbewijs worden gebruikt (vgl. Hoge Raad 10 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1117).
Conclusies
[slachtoffer 1]
De rechtbank neemt op grond van de omschreven bewijsmiddelen aan dat de seksuele handelingen zoals onder feit 1 ten eerste en ten tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegd hebben plaatsgevonden, met uitzondering van hetgeen hieronder niet is bewezenverklaard, nu dit niet of onvoldoende uit de gebezigde bewijsmiddelen is gebleken. Dit gebeurde in de genoemde periode, in Noordwijkerhout, terwijl de verdachte de docent was van [slachtoffer 1] .
[slachtoffer 2]
De rechtbank neemt op grond van de omschreven bewijsmiddelen aan dat de seksuele handelingen zoals onder feit 2 ten eerste en ten tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegd hebben plaatsgevonden, met uitzondering van hetgeen hieronder niet is bewezenverklaard nu dit niet of onvoldoende uit de gebezigde bewijsmiddelen is gebleken. Dit gebeurde in de genoemde periode, in Noordwijkerhout, terwijl de verdachte de docent was van [slachtoffer 2] .
[slachtoffer 3]
Voor het seksueel binnendringen van [slachtoffer 3] met de hand en/of vinger(s) in de vagina acht de rechtbank onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden, omdat dit niet uit de gebezigde bewijsmiddelen is gebleken. De rechtbank zal de verdachte daarom vrijspreken van het onder feit 3 ten eerste cumulatief/alternatief tenlastegelegde.
De rechtbank neemt op grond van de omschreven bewijsmiddelen aan dat de seksuele handelingen zoals onder feit 3 ten tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegd hebben plaatsgevonden, met uitzondering van hetgeen hieronder niet is bewezenverklaard, nu dit niet of onvoldoende uit de gebezigde bewijsmiddelen is gebleken. Dit gebeurde in de genoemde periode, in Noordwijkerhout, terwijl de verdachte de docent was van [slachtoffer 3] . Voor de periode voor 1 januari 2020 zal de verdachte (partieel) worden vrijgesproken.
Voorwaardelijk verzoek verdediging
Nu de verdachte niet van deze feiten zal worden vrijgesproken, overweegt de rechtbank dat zij – anders dan de raadsman (voorwaardelijk) heeft verzocht – geen aanleiding ziet tot het wijzen van een tussenvonnis en het gelasten van een nader onderzoek. De rechtbank is voldoende voorgelicht en nader onderzoek is niet noodzakelijk voor enige door de rechtbank te nemen beslissing.
Feit 4
Het bewijs
Op 14 juli 2020 is in de woning van de verdachte in Noordwijkerhout een telefoon van het merk Samsung in beslaggenomen. [56] Op deze mobiele telefoon van de verdachte is een afbeelding, te weten een foto, aangetroffen die kinderpornografisch is. De foto met bestandsnaam [bestandsnaam 1] was voor de gebruiker vrij te benaderen. Op de foto is een meisje zichtbaar in de geschatte leeftijd tussen de 9 en 11 jaar oud. Het meisje is zichtbaar vanaf haar middenrif tot de bovenzijde van haar hoofd. Het bovenlichaam van het meisje is naakt. De blote borsten zijn zichtbaar. De foto is gericht op de blote borsten van het meisje. [57]
Het oordeel van de rechtbank
Partiële vrijspraak deel afbeeldingen
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de tenlastegelegde afbeeldingen die zich op zijn telefoon in de ‘thumbnails’ en in de ‘cache’ bevonden. Dit betreffen de drie afbeeldingen met bestandsnamen [bestandsnaam] , [bestandsnaam] en [bestandsnaam] .
De rechtbank overweegt het volgende. Een thumbnail is een kleinere versie van een afbeelding die door een programma of een besturingssysteem automatisch is gegenereerd. Deze afbeeldingen worden door programma's gebruikt om een overzicht te tonen. Thumbnails staan meestal opgeslagen in een speciaal bestandsformaat dat door een gebruiker zonder specifieke kennis niet is te benaderen. Een thumbnail kan achterblijven ook nadat de originele afbeelding is verwijderd.
Een cache bestand is een tijdelijk bestand dat automatisch door een gegevensdrager is gedownload om ervoor te zorgen dat bij een volgend bezoek aan bijvoorbeeld een website deze sneller wordt geladen. Gebruikers hebben geen directe controle over bestanden die in deze map terecht komen.
Hoewel het aantreffen van dergelijke ‘thumbnail’ en ‘cache’ bestanden wel een (sterke) aanwijzing vormt dat de verdachte de ten laste gelegde gedragingen met het betreffende kinderpornografische materiaal heeft gepleegd, bevat het dossier daarvoor onvoldoende bewijs.
Zo ontbreken onder andere gegevens waaruit blijkt dat de verwachte bewust naar dergelijke afbeeldingen heeft gezocht en hoe vaak dat zou zijn gebeurd en wanneer de afbeeldingen op de mobiele telefoon zijn bekeken dan wel op de gegevensdragers hebben gestaan en in het laatste geval op welke wijze zij daarop terecht zijn gekomen.
Alle feiten en omstandigheden in ogenschouw nemende, kan de rechtbank niet vaststellen dat de verdachte zich via een geautomatiseerd werk toegang heeft verschaft tot deze kinderpornografische afbeeldingen, deze heeft verworven en dat hij opzet had op het bezit daarvan.
De rechtbank zal de verdachte daarom hiervan vrijspreken.
Bewezenverklaring van één afbeelding
De rechtbank komt tot een ander oordeel ten aanzien van de tenlastegelegde afbeelding met bestandsnaam [bestandsnaam 1] .
Nu gegevens daarover ook ten aanzien van deze afbeelding ontbreken, kan de rechtbank niet vaststellen dat de verdachte zich via een geautomatiseerd werk toegang heeft verschaft tot deze kinderpornografische afbeelding en dat hij deze afbeelding heeft verworven. Wel kan de rechtbank vaststellen dat hij deze op 14 juli 2020 in zijn bezit had. Aangezien deze foto vrij te benaderen was op zijn telefoon, gaat de rechtbank er vanuit dat hij (minst genomen voorwaardelijk) opzet had op het bezitten van deze afbeelding, in die zin dat hij wetenschap/bewustheid had van deze afbeelding op zijn telefoon, hij beschikkingsmacht daarover had en de aanwezigheid daarvan gewild heeft.
De enkele niet concrete en onderbouwde stellingen dat de verdachte niet als enige toegang heeft gehad tot zijn gegevensdragers en het een ander kan zijn geweest die deze afbeelding op zijn telefoon veroorzaakt heeft, alsmede dat het ongewilde bijvangst zou kunnen zijn van het illegaal downloaden van films, series, ‘extreme sports’ en e-books zijn niet aannemelijk en maken het oordeel van de rechtbank niet anders. De rechtbank acht dit feit daarom wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte in de periode vóór 14 juli 2020 in het bezit is geweest van de kinderpornografische afbeelding. Niet bekend is wanneer de (ongedateerde) afbeelding op de telefoon van de verdachte terecht is gekomen. Verdachte zal daarom (partieel) worden vrijgesproken voor zover dit de ten laste gelegde periode van 29 januari 2018 tot 14 juli 2020 betreft.
Feit 5
Het bewijs
Op 14 juli 2020 werd in de woning van de verdachte in Noordwijkerhout een telefoon van het merk Samsung in beslaggenomen. [58] Op deze mobiele telefoon van de verdachte is een afbeelding, te weten een video, aangetroffen die dierenpornografisch is. De video met bestandsnaam [bestandsnaam] stond in de WhatsApp bestanden en was voor de gebruiker vrij te benaderen. Op de video is een volwassen man te zien die op zijn rug ligt. Het blote geslachtsdeel van de man is zichtbaar. Een volwassen vrouw heeft de stijve penis van de man in haar mond. De vrouw gaat met haar mond heen en weer over de stijve penis van de man. Naast de vrouw is de kop van een bruine hond zichtbaar. De hond likt de stijve penis van de man. [59] De verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij “het filmpje heeft gezien”. [60]
Het oordeel van de rechtbank
Bewezenverklaring
De rechtbank begrijpt uit het verweer van de raadsman dat de verdachte geen opzet zou hebben gehad op het bezit van de dierenpornografische afbeelding. De rechtbank komt echter tot een ander oordeel. Aangezien de verdachte ter zitting heeft verklaard het filmpje te hebben gezien, stelt de rechtbank vast dat de verdachte in elk geval wetenschap/bewustheid had van de aanwezigheid van het materiaal. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat de verdachte ook beschikkingsmacht had over het materiaal, nu het voor de verdachte vrij toegankelijk was. Voorts is de enkele stelling van de verdachte dat hij de aanwezigheid van het materiaal niet gewild heeft, onvoldoende om anders te oordelen, omdat de rechtbank vaststelt dat hij er niet voor heeft gekozen de afbeelding, nadat hij met de inhoud van het materiaal bekend was geworden, te verwijderen. Gelet op het voorgaande concludeert de rechtbank, dat de verdachte wel degelijk opzet had op het bezit van de dierenpornografische afbeelding en acht dit feit wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte in de periode vóór 14 juli 2020 in het bezit is geweest van de dierenpornografische afbeelding. Niet bekend is wanneer de (ongedateerde) afbeelding op de telefoon van de verdachte terecht is gekomen. Verdachte zal daarom (partieel) worden vrijgesproken voor zover dit de ten laste gelegde periode van 29 januari 2018 tot 14 juli 2020 betreft.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat:
1
hij in de periode van 1 augustus 2017 tot en met 31 juli 2018 te Noordwijkerhout als docent met
[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag] 2009, die toen de leeftijd van 12 jaar nog niet had bereikt, zijnde zijn minderjarige pupil en de aan zijn zorg, opleiding
enwaakzaamheid toevertrouwde minderjarige,
handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het
- brengen van zijn, verdachtes, hand op en in de broek of onderbroek, althans kleding, van die [slachtoffer 1] en
- brengen/houden en/of bewegen van zijn, verdachtes, hand en/of vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen en/of over de clitoris van die [slachtoffer 1] en
- betasten/wrijven over de benen en/of van die [slachtoffer 1] en/of
- betasten van en/of knijpen in de borst van die [slachtoffer 1] en
- betasten van en/of wrijven over de vagina van die [slachtoffer 1] en
- brengen van een hand van die [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes, broek en/of onderbroek en
- laten betasten van zijn, verdachtes, penis en/of schaamstreek door die [slachtoffer 1] en
- op schoot nemen/trekken van die [slachtoffer 1] en
- knuffelen van die [slachtoffer 1] ;
en
hij - als docent - in de periode van 1 augustus 2017 tot en met 31 juli 2018 te Noordwijkerhout, ontucht heeft gepleegd met zijn pupil en de aan zijn zorg en opleiding en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag] 2009,
door:
- met zijn, verdachtes, hand(en) en/of vinger(s) te wrijven/bewegen over, althans betasten van, de benen en/of borststreek en/of het lichaam van die [slachtoffer 1] en
- in de borst(en) van die [slachtoffer 1] te knijpen en/of de borsten te betasten en
- brengen van zijn, verdachtes, hand op en/of in de broek en/of onderbroek, althans kleding, van die [slachtoffer 1] en
- met zijn, verdachtes, hand(en) en/of vinger(s) te wrijven/bewegen over, althans betasten van, de vagina van die [slachtoffer 1] en
- een hand van die [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes, broek en/of onderbroek te brengen en
- zijn, verdachtes, penis en/of schaamstreek te laten betasten door die [slachtoffer 1] en
- die [slachtoffer 1] op zijn, verdachtes, schoot te nemen/trekken en
- die [slachtoffer 1] te knuffelen;
2
hij in de periode van 1 augustus 2017 tot en met 31 juli 2018 te Noordwijkerhout,
als docent met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag] 2010, die toen de leeftijd van 12 jaar nog niet had bereikt, zijnde zijn minderjarige pupil en de aan zijn zorg, opleiding
enwaakzaamheid toevertrouwde minderjarige,
handelingen heeft gepleegd, mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het
- brengen van zijn, verdachtes, hand op en in de broek en/of onderbroek, althans kleding, van die [slachtoffer 2] en/of
- brengen/houden en/of bewegen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen en/of over de clitoris van die [slachtoffer 2] en
- betasten/wrijven over het lichaam van die [slachtoffer 2] en
- betasten van en/of wrijven over de vagina van die [slachtoffer 2] en
- op schoot nemen/trekken van die [slachtoffer 2] en
- knuffelen van die [slachtoffer 2] ;
en
hij - als docent - in de periode van 1 augustus 2017 tot en met 31 juli 2018 te Noordwijkerhout, ontucht heeft gepleegd met zijn pupil en de aan zijn zorg en opleiding en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag] 2010,
door:
- met zijn, verdachtes, hand(en) en/of vinger(s) te wrijven/bewegen over, althans betasten van, de benen en/of borststreek en/of het lichaam van die [slachtoffer 2] en
- brengen van zijn, verdachtes, hand op en/of in de broek en/of onderbroek, althans kleding, van die [slachtoffer 2] en
- met zijn, verdachtes, hand(en) en/of vinger(s) te wrijven/bewegen over, althans betasten van, de vagina van die [slachtoffer 2] en
- die [slachtoffer 2] op zijn, verdachtes, schoot te nemen/trekken en
- die [slachtoffer 2] te knuffelen;
3
hij - als docent - in de periode van
1 januari 2020tot 1 augustus 2020 te Noordwijkerhout,
ontucht heeft gepleegd met zijn pupil en de aan zijn zorg, opleiding en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedag] 2015,
door:
- die [slachtoffer 3] een knuffel te geven en
- met zijn, verdachtes, hand(en) en/of vinger(s) te wrijven/bewegen over, althans betasten van, de vagina van die [slachtoffer 3] en
- aan een oor van die [slachtoffer 3] te sabbelen;
4
hij op 14 juli 2020 te Noordwijkerhout,
- een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon (merk Samsung), bevattende
eenafbeelding van
eenseksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken
in bezit heeft gehad,
welke voornoemde seksuele gedraging bestond uit
- het naakt (poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de uitsnede van de foto nadrukkelijk (ontblote) borsten van die persoon in beeld brengen,
waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestandsnaam 1] , proces-verbaal beschrijving kinderporno/dierenporno);
5
hij
op14 juli 2020 te Noordwijkerhout,
- een gegevensdrager bevattende een afbeelding te weten een mobiele telefoon (merk Samsung), in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding ontuchtige handeling(n zichtbaar zijn waarbij een mens en een dier zijn betrokken,
welke ontuchtige handelingen bestonden uit
het door een dier (hond) likken van de stijve penis van een persoon
( [bestandsnaam] , proces-verbaal beschrijving kinderporno/dierenporno).
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Daarbij dienen de bijzondere voorwaarden te worden opgelegd die door de reclassering zijn geadviseerd. De officier van justitie heeft gevorderd te bevelen dat de voorwaarden en het daarop uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.
Tevens heeft de officier van justitie gevorderd dat de verdachte een beroepsverbod ten aanzien van het werken met minderjarigen voor de duur van vijf jaren wordt opgelegd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de strafoplegging heeft de verdediging geen standpunt ingenomen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich als docent in het schooljaar 2017-2018 schuldig gemaakt aan het plegen van ontucht, waarbij ook sprake was van het seksueel binnendringen van het lichaam, met twee van zijn basisschoolleerlingen, [slachtoffer 1] destijds 8 jaar oud en [slachtoffer 2] , destijds 7/8 jaar oud. Daarnaast heeft hij zich als docent in het schooljaar 2019-2020 schuldig gemaakt aan het plegen van ontucht met een van zijn basisschoolleerlingen, [slachtoffer 3] , destijds 4 jaar oud.
De seksuele handelingen gebeurden op school in het klaslokaal in aanwezigheid van andere leerlingen. Als de andere leerlingen aan het werk waren en niemand erop lette of kon bevatten wat er gebeurde, zag de verdachte de kans schoon zijn hand in de onderbroek van de meisjes te steken. Kwalijk is dat het misbruik daarmee plaatsvond in een omgeving die voor de slachtoffers juist veilig had moeten zijn.
De verdachte heeft met zijn handelen ernstig misbruik gemaakt van de afhankelijkheidsrelatie die bestond tussen hem als docent en de nog jonge, kwetsbare en aan zijn zorg, opleiding en waakzaamheid toevertrouwde meisjes. Hij heeft het in hem gestelde vertrouwen op grove wijze beschaamd.
Met zijn handelen heeft de verdachte ook een onaanvaardbare inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers. Het is een feit van algemene bekendheid dat door seksueel misbruik de psychische gezondheid van het slachtoffer ernstig kan worden geschaad. Daarnaast doorkruist seksueel misbruik van jonge kinderen een normale en gezonde seksuele ontwikkeling. Dat het handelen van de verdachte grote gevolgen heeft gehad blijkt uit de verklaringen van de slachtoffers. Met name [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] lijden onder de impact van de gebeurtenissen. De verdachte heeft zich hierbij kennelijk puur laten leiden door zijn eigen seksuele verlangens, en heeft hierbij geen oog gehad voor de belangen van de slachtoffers. Dit soort delicten veroorzaakt bovendien gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij, bijvoorbeeld bij ouders van jonge kinderen.
De rechtbank rekent de verdachte dit alles zwaar aan. De rechtbank rekent het de verdachte daarbij tevens aan dat hij geen inzicht heeft gegeven in zijn handelen en daarvoor ook geen verantwoordelijkheid heeft willen nemen. Hij is stug blijven volhouden dat zijn leerlingen naar hem komen voor een knuffel, schouderklopje of aai over de bol en dat hij, een populaire meester die veel inzet heeft getoond, nu stank voor dank krijgt.
De verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan het bezit van kinder- en dierenpornografie op zijn mobiele telefoon. Door dergelijk materiaal in bezit te hebben, heeft de verdachte een bijdrage geleverd aan het in stand houden en bevorderen van seksueel misbruik van kinderen en dieren. De rechtbank rekent ook dit de verdachte aan.
Dit betreft in totaal zeven zeer ernstige strafbare feiten.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van de verdachte. Hieruit volgt dat hij niet eerder met justitie in aanraking is geweest voor strafbare feiten.
Reclasseringsadvies
Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van het reclasseringsrapport dat op 4 november 2020 door Reclassering Nederland over de verdachte is opgesteld.
Daaruit komen ten aanzien van zijn persoonlijke leefomstandigheden voornamelijk stabiele en beschermende factoren naar voren. De reclassering constateert dat de verdachte wel psychische klachten ervaart als gevolg van de verdenkingen in onderhavige zaak. Op het gebied van psychosociaal functioneren, seksualiteit en houding heeft de reclassering vanwege de ontkenning onvoldoende zicht gekregen op factoren die tot de feiten (indien bewezen) hebben geleid. De reclassering heeft op basis van de beschikbare informatie niet kunnen vaststellen welke rol en motivatie de verdachte zou hebben gehad. Daardoor was het niet mogelijk om een concrete inschatting te maken ten aanzien van het recidiverisico.
De reclassering ziet geen zwaarwegende negatieve consequenties bij een gevangenisstraf.
Bij een veroordeling acht de reclassering, reclasseringstoezicht met strikte voorwaarden en behandeling noodzakelijk om de recidivekans terug te brengen en tot gedragsbeïnvloeding en risicobeheersing te komen. De reclassering adviseert als bijzondere voorwaarden op te leggen een meldplicht bij de reclassering, een verplichte ambulante behandeling bij De Waag, een contactverbod met de slachtoffers die in hetzelfde dorp wonen, een locatieverbod ten aanzien van de woonomgeving van twee van de slachtoffers die in hetzelfde dorp wonen, een locatiegebod ten aanzien van zijn verblijfsadres (indien haalbaar met elektronische controle), het vermijden van contact met minderjarigen (met uitzondering van zijn eigen kinderen), het vermijden van kinderporno en het hebben van gesprekken met de reclassering daarover alsmede controle van digitale gegevensdragers, het meewerken aan het convenant tussen de reclassering en politie, het niet wijzigen van zijn adres/verhuizen of elders overnachten zonder overleg en toestemming van de reclassering, en het inzicht verschaffen in de voortgang van zijn behandeling en begeleiding alsmede het toestemming verlenen aan de reclassering om relevante referenten te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk. De reclassering heeft geadviseerd te bevelen dat de voorwaarden en het daarop uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.
Ook adviseert de reclassering een beroepsverbod op te leggen waarbij de verdachte geen werkzaamheden zal verrichten als leerkracht, begeleider of instructeur waarbij hij in contact komt met minderjarigen, zolang het Openbaar Ministerie dit nodig acht.
De straf
Alles afwegende en rekening houdend met de LOVS-oriëntatiepunten voor verkrachting en kinderporno, is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de ernst van de feiten, niet kan worden volstaan met een andere straf dan een gevangenisstraf. De rechtbank is van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf passend en geboden is. De rechtbank zal daarom aan de verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 36 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
Daarbij zullen de bijzondere voorwaarden worden opgelegd die door de reclassering zijn geadviseerd, te weten een meldplicht bij de reclassering, een verplichte ambulante behandeling bij De Waag, een contactverbod met de slachtoffers, het vermijden van contact met minderjarigen (met uitzondering van zijn eigen kinderen), het vermijden van kinderporno en het hebben van gesprekken met de reclassering daarover alsmede controle van digitale gegevensdragers, het meewerken aan het convenant tussen de reclassering en politie, het niet wijzigen van zijn adres, verhuizen of elders overnachten zonder overleg en toestemming van de reclassering, en het inzicht verschaffen in de voortgang van zijn behandeling en begeleiding alsmede het toestemming verlenen aan de reclassering om relevante referenten te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk.
Anders dan de officier van justitie heeft gevorderd en de reclassering heeft geadviseerd, heeft de rechtbank thans onvoldoende aanleiding om ook een locatieverbod ten aanzien van de woonomgeving van de slachtoffers en een locatiegebod ten aanzien van zijn huisadres (al dan niet met elektronische controle), op te leggen.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zedenmisdrijven, gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van personen, in dit geval drie zeer jonge kinderen. Gelet op de aard van de gepleegde misdrijven en de omstandigheid dat de verdachte hierin geen enkel inzicht heeft gegeven, houdt de rechtbank er ernstig rekening mee dat de verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan indien zijn situatie niet is ingekaderd met de bijzondere voorwaarden en toezicht daarop. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna op grond van art. 14c Sr te stellen voorwaarden en het op grond van art. 14c, zesde lid Sr uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.
Beroepsverbod
De verdachte heeft het tenlastegelegde gepleegd in de uitoefening van zijn beroep als leerkracht. De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat de verdachte als bijkomende straf gedurende een langere periode een beroepsverbod moet krijgen om in deze, of een soortgelijke functie, met kinderen werkzaam te zijn, zoals door de reclassering is geadviseerd. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de verdachte ontzetten uit zijn recht tot het uitoefenen van een beroep als leerkracht, begeleider of instructeur waarbij hij in contact komt met minderjarigen voor de duur van vijf jaren.

7.De vorderingen van de benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen

[slachtoffer 1] heeft zich ten aanzien van feit 1 als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en heeft een schadevergoeding van € 10.000,- gevorderd, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
[slachtoffer 2] heeft zich ten aanzien van feit 2 als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en heeft een schadevergoeding van € 11.627,03 gevorderd, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit € 1.627,03 aan materiële schade en € 10.000,- aan immateriële schade.
[slachtoffer 3] heeft zich ten aanzien van feit 3 als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en heeft een schadevergoeding van € 5.000,- gevorderd, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gehele toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] , te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Zij heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] tot een bedrag van € 10.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en tot afwijzing voor het overige.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de vorderingen tot schadevergoeding niet-ontvankelijk te verklaren dan wel af te wijzen, gelet op de verzochte vrijspraken voor de feiten 1, 2 en 3.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De aard en de ernst van de normschending brengen mee dat de nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde partijen zo voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon met betrekking tot de benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] kan worden aangenomen zonder enige nadere vaststelling met betrekking tot de gevolgen die de normschending voor ieder van deze benadeelde partijen. De rechtbank zal een immateriële schadevergoeding aan elk van de benadeelde partijen toewijzen. Ten aanzien van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zal de rechtbank de geleden immateriële schade van elk van hen naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 5.000,-. Ten aanzien van [slachtoffer 3] zal de rechtbank de geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van
€ 2.500,-. Daarbij heeft de rechtbank meegewogen dat in tegenstelling tot de slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] niet bewezen is dat er bij haar sprake was van seksueel binnendringen en thans bij haar geen psychisch nadeel is aangetoond.
De rechtbank zal de vorderingen tot vergoeding van immateriële schade voor het overige afwijzen.
De rechtbank zal voorts de vordering van [slachtoffer 2] tot vergoeding van materiële schade afwijzen, omdat naar het oordeel van de rechtbank sprake is van een te ver verwijderd verband tussen de gestelde schade en het onder 2 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal de door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 31 juli 2018, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
De rechtbank zal de door [slachtoffer 3] gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 1 augustus 2020, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Nu de vorderingen gedeeltelijk worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vorderingen hebben gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregelen
Aangezien vaststaat dat de verdachte aansprakelijk is voor de schade die door de bewezen verklaarde strafbare feiten is toegebracht tot de hiervoor genoemde toegewezen bedragen, zal de rechtbank aan de verdachte de verplichtingen opleggen deze bedragen aan de Staat te betalen ten behoeve van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , te vermeerderen met wettelijke rente.

8.De inbeslaggenomen goederen

Op de beslaglijst staat: 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: Zwart, merk: Samsung).
8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de telefoon zal worden onttrokken aan het verkeer.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen over wat met de telefoon dient te gebeuren.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de telefoon onttrekken aan het verkeer. Met betrekking tot dit voorwerp zijn de onder 4 en 5 bewezenverklaarde feiten begaan en gegevensdragers waarop kinder- en dierenpornografisch materiaal is aangetroffen zijn voorwerpen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen en maatregelen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 28, 36b, 36c, 36f, 57, 240b, 244, 248, 249, 254a van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten eerste cumulatief/alternatief tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 cumulatief/alternatief, 3 ten tweede cumulatief/alternatief en 4 en 5 tenlastegelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn pupil/een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige
enontucht plegen met zijn pupil/een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
ten aanzien van feit 2:met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn pupil/een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige
enontucht plegen met zijn pupil/een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
ten aanzien van feit 3 tweede cumulatief/alternatief:ontucht plegen met zijn pupil/een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
ten aanzien van feit 4:een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben;
ten aanzien van feit 5:een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
36 (zesendertig) maanden;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
12 maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
1. zich voor het einde van de hierbij op drie jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
2. gedurende de proeftijd geen contact legt of laat leggen – direct of indirect – met
[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag] 2009, [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag] 2010 en [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedag] 2015, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
3. zich gedurende de proeftijd meldt bij de Reclassering Nederland, Bezuidenhoutseweg 179 te Den Haag op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang deze de reclassering dat noodzakelijk acht;
4. zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt van De Waag, of een soortgelijke zorginstelling, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
5. op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen anders dan zijn twee kinderen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, stelt betrokkene vooraf de reclassering en andere betrokken instanties op de hoogte. Hij houdt zich aan de aanwijzingen en afspraken die door de instanties aan hem en de betrokken belanghebbenden gegeven worden. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt betrokkene dat nader geïndiceerde personen hierbij aanwezig zijn;
6. zich op elke wijze onthoudt van het seksueel getint communiceren met minderjarigen, gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen en gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd. De veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Het toezicht op deze voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van computers en andere apparatuur. De veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek;
7. meewerkt aan het convenant tussen reclassering en politie, dat onder meer inhoudt dat hij door de wijkagent bezocht kan worden in zijn huis of omgeving;
8. niet van adres zal wijzigen c.q. verhuizen zonder overleg met en toestemming van de reclassering. Overnachtingen op een ander adres dan zijn vaste verblijfsadres, worden vooraf met de reclassering besproken;
9. de reclassering zicht verschaft op de voortgang van zijn behandeling en begeleiding en verleent de reclassering toestemming om relevante referenten te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn verder dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
10. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
11. medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
beveelt dat bovengenoemde bijzondere voorwaarden en het - op grond van artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht - uit te oefenen toezicht,
dadelijk uitvoerbaarzijn;
ontzet de verdachte uit het recht tot de uitoefening van het beroep van leerkracht, begeleider of instructeur waarbij hij in contact komt met minderjarigen, voor de duur van
5 (vijf) jaar;
wijst de
vorderingen tot schadevergoedingvan de benadeelde partijen gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan:
[slachtoffer 1] , een bedrag van € 5.000,- vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf
31 juli 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening;
[slachtoffer 2] , een bedrag van € 5.000,- vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 31 juli 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening;
[slachtoffer 3] , een bedrag van € 2.500,- vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf
1 augustus 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening;
wijst de vorderingen van de benadeelde partijen voor het overige af;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte op de
verplichtingen om aan de Staat te betalen
een bedrag van € 5.000,- vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 31 juli 2018 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer 1] ;
bepaalt dat als het bedrag van € 5.000,- ten behoeve van [slachtoffer 1] niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
een bedrag van € 5.000,- vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 31 juli 2018 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer 2] ;
bepaalt dat als het bedrag van € 5.000,- ten behoeve van [slachtoffer 2] niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
een bedrag van € 2.500,- vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1 augustus 2020 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer 3] ;
bepaalt dat als het bedrag van € 2.500,- ten behoeve van [slachtoffer 3] niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen;
de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichtingen niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partijen de betalingsverplichtingen aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichtingen aan de benadeelde partijen in zoverre doet vervallen;
verklaart
onttrokken aan het verkeerhet op de beslaglijst vermelde voorwerp, te weten:
1. STK Telefoontoestel (Omschrijving: Zwart, merk: Samsung).
Dit vonnis is gewezen door
mr. F.A.M. Veraart, voorzitter,
mr. B.F.M. Klappe, rechter,
mr. R.J. Wortelboer, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. R. Westerhof, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 1 december 2020.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
1
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2017 tot en met 31 juli 2018 te Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk, althans in Nederland,
als docent met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag] 2009, die toen de leeftijd van 12 jaar nog niet had bereikt, zijnde zijn minderjarige pupil en/of de aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige,
een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het meermalen althans eenmaal
- brengen van zijn, verdachtes, hand op en/of in de broek en/of onderbroek, althans kleding, van die [slachtoffer 1] en/of
- brengen/houden en/of bewegen van zijn, verdachtes, hand en/of vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen en/of over de clitoris van die [slachtoffer 1] en/of
- betasten/wrijven over de benen en/of borststreek en/of het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of
- betasten van en/of knijpen in de borst(en) van die [slachtoffer 1] en/of
- betasten van en/of wrijven over de vagina van die [slachtoffer 1] en/of
- brengen van een hand van die [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes, broek en/of onderbroek en/of
- laten betasten van zijn, verdachtes, penis en/of schaamstreek door die [slachtoffer 1] en/of
- op schoot nemen/trekken van die [slachtoffer 1] en/of
- (trachten) te (tong)zoenen van die [slachtoffer 1] en/of
- knuffelen van die [slachtoffer 1] ;
en/of
hij - als docent - op één op meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2017 tot en met 31 juli 2018 te Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk, althans in Nederland,
ontucht heeft gepleegd met zijn pupil en/of de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag] 2009,
door meermalen althans eenmaal:
- met zijn, verdachtes, hand(en) en/of vinger(s) te wrijven/bewegen over, althans betasten van, de benen en/of borststreek en/of het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of
- in de borst(en) van die [slachtoffer 1] te knijpen en/of de borsten te betasten en/of
- brengen van zijn, verdachtes, hand op en/of in de broek en/of onderbroek, althans kleding, van die [slachtoffer 1] en/of
- met zijn, verdachtes, hand(en) en/of vinger(s) te wrijven/bewegen over, althans betasten van, de vagina van die [slachtoffer 1] en/of
- een hand van die [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes, broek en/of onderbroek te brengen en/of
- zijn, verdachtes, penis en/of schaamstreek te laten betasten door die [slachtoffer 1] en/of
- die [slachtoffer 1] op zijn, verdachtes, schoot te nemen/trekken en/of
- die [slachtoffer 1] te (trachten) te (tong)zoenen en/of
- die [slachtoffer 1] te knuffelen;
2
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2017 tot en met 31 juli 2018 te Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk, althans in Nederland,
als docent met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag] 2010, die toen de leeftijd van 12 jaar nog niet had bereikt, zijnde zijn minderjarige pupil en/of de aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige,
een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het meermalen althans eenmaal
- brengen van zijn, verdachtes, hand op en/of in de broek en/of onderbroek, althans kleding, van die [slachtoffer 2] en/of
- brengen/houden en/of bewegen van zijn, verdachtes, hand en/of vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen en/of over de clitoris van die [slachtoffer 2] en/of
- betasten/wrijven over de benen en/of borststreek en/of het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of
- betasten van en/of wrijven over de vagina van die [slachtoffer 2] en/of
- op schoot nemen/trekken van die [slachtoffer 2] en/of
- (trachten te) (tong)zoenen van die [slachtoffer 2] en/of
- knuffelen van die [slachtoffer 2] ;
en/of
hij - als docent - op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2017 tot en met 31 juli 2018 te Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk, althans in Nederland,
ontucht heeft gepleegd met zijn pupil en/of de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag] 2010,
door meermalen althans eenmaal:
- met zijn, verdachtes, hand(en) en/of vinger(s) te wrijven/bewegen over, althans betasten van, de benen en/of borststreek en/of het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of
- brengen van zijn, verdachtes, hand op en/of in de broek en/of onderbroek, althans kleding, van die [slachtoffer 2] en/of
- met zijn, verdachtes, hand(en) en/of vinger(s) te wrijven/bewegen over, althans betasten van, de vagina van die [slachtoffer 2] en/of
- die [slachtoffer 2] op zijn, verdachtes, schoot te nemen/trekken en/of
- die [slachtoffer 2] te (trachten te) (tong)zoenen en/of
- die [slachtoffer 2] te knuffelen;
3
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 september 2019 tot en met 1 augustus 2020 te Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk, althans in Nederland,
als docent met [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedag] 2015, die toen de leeftijd van 12 jaar nog niet had bereikt, zijnde zijn minderjarige pupil en/of de aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige,
een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het meermalen althans eenmaal
- brengen van zijn, verdachtes, hand op en/of in de broek en/of onderrok en/of onderbroek, althans kleding, van die [slachtoffer 3] en/of
- brengen/houden en/of bewegen van zijn, verdachtes, hand en/of vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen en/of over de clitoris van die [slachtoffer 3] en/of
- betasten/wrijven over de benen en/of borststreek en/of het lichaam van die [slachtoffer 3] en/of
- geven van een knuffel aan die [slachtoffer 3] / die [slachtoffer 3] knuffelen en/of
- betasten van en/of wrijven over de vagina van die [slachtoffer 3] en/of
- op schoot nemen van die [slachtoffer 3] en/of
- sabbelen/likken aan een/de o(o)r(en) van die [slachtoffer 3] ;
en/of
hij - als docent - op éen of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 september 2019 tot 1 augustus 2020 te Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk, althans in Nederland,
ontucht heeft gepleegd met zijn pupil en/of de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedag] 2015,
door meermalen althans eenmaal:
- met zijn, verdachtes, hand(en) en/of vinger(s) over de benen en/of borststreek en/of het lichaam van die [slachtoffer 3] te wrijven/bewegen en/of
- die [slachtoffer 3] een knuffel te geven en/of
- brengen van zijn, verdachtes, hand op en/of in de broek en/of onderrok en/of onderbroek, althans kleding, van die [slachtoffer 3] en/of
- met zijn, verdachtes, hand(en) en/of vinger(s) te wrijven/bewegen over, althans betasten van, de vagina van die [slachtoffer 3] en/of
- die [slachtoffer 3] op zijn, verdachtes, schoot te nemen en/of
- aan een/de o(o)r(en) van die [slachtoffer 3] te sabbelen/likken;
4
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 januari 2018 tot en met 14 juli 2020 te Noordwijkerhout, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens
-een afbeelding(en) te weten foto's en/of
-een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon (merk Samsung), bevattende afbeelding(en) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van
achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken
heeft verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich
daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van
een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze poseert in een omgeving en/of (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestandsnaam 1]
proces-verbaal beschrijving kinderporno/dierenporno)
en/of
het houden van een (stijve) penis bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] ,
proces-verbaal beschrijving kinderporno/dierenporno)
5
hij in of omstreeks de periode van 29 januari 2018 tot en met 14 juli 2020 te Noordwijkerhout, in elk geval in Nederland,
- een afbeelding, te weten een video en/of
- een gegevensdrager bevattende een afbeelding te weten een mobiele telefoon (merk Samsung), in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn waarbij een mens en een dier is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken,
welke ontuchtige handelingen bestonden uit
het door een dier (hond) likken van de stijve penis van een persoon
( [bestandsnaam] , proces-verbaal beschrijving kinderporno/dierenporno)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2020199168 (onderzoek: ‘Nevelsteen’), van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 265).
2.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 35.
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 45.
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 58.
5.Proces-verbaal van aangifte door [naam 4] , p. 107.
6.Proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, p. 114-118.
7.Proces-verbaal van aangifte door [naam 5] , p. 68-69.
8.Proces-verbaal van verhoor [naam 6] , p. 73-75.
9.Een geschrift, te weten een brief d.d. 13 juli 2020 van de [naam school] , p. 159.
10.Proces-verbaal van aangifte door [naam 7] , p. 151-154.
11.Een geschrift, te weten een brief d.d. 22 juni 2020 van Veilig Thuis, p. 257.
12.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 130.
13.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 131.
14.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 130.
15.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 132.
16.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 127.
17.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 133.
18.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 134.
19.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 142.
20.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 128.
21.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 134.
22.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 131.
23.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 127.
24.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 135.
25.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 136.
26.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 142.
27.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 143.
28.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 130.
29.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 139.
30.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 141.
31.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] , p. 91.
32.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] , p. 92.
33.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] , p. 93.
34.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] , p. 94.
35.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] , p. 95.
36.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] , p. 97.
37.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] , p. 99.
38.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 3] , p. 171.
39.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 3] , p. 172.
40.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 3] , p. 173.
41.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 3] , p. 174.
42.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 3] , p. 175.
43.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 3] , p. 178.
44.Proces-verbaal van verhoor [getuige] , p. 251.
45.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 60.
46.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 37.
47.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 45.
48.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 51.
49.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 60.
50.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 46.
51.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 133.
52.Proces-verbaal van aangifte door [naam 5] , p. 69 en
53.Proces-verbaal van aangifte van [naam 7] , p.152.
54.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 128.
55.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] , p. 96.
56.Proces-verbaal van bevindingen, p. 234.
57.Proces-verbaal beschrijving kinderporno/dierenporno, p. 182-186.
58.Proces-verbaal van bevindingen, p. 234.
59.Proces-verbaal beschrijving kinderporno/dierenporno, p. 182, 184-186.
60.De verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 17 november 2020.