Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
“De vreemdeling moet bij zijn asielaanvraag in beginsel zijn identiteit aantonen met documenten. Daarnaast moet hij in de eerste asielprocedure consistent en naar waarheid verklaard hebben over zijn identiteit en nationaliteit. Als de vreemdeling zijn identiteit niet kan aantonen met documenten maar wel consistent en naar waarheid heeft verklaard, wordt deze contra-indicatie niet tegengeworpen. Indien na de beoordeling van de oorspronkelijke aanvraag andere identiteitsgegevens bekend zijn geworden, wordt beoordeeld of deze contra-indicatie alsnog aan de vreemdeling wordt tegengeworpen.”
laissez-passerdoor de Nederlandse autoriteiten is uitgegaan van de eerste in Nederland opgegeven gegevens.
laissez-passerheeft aangevraagd maakt niet dat deze twijfel wordt weggenomen.
Butt, punt 79 (ECLI:CE:ECHR:2012:1204JUD004701709).
Best Interest of the Child-Assessmentten aanzien van eiser dat in 2017 is opgesteld door het Onderzoeks- en Expertisecentrum voor Kinderen en Vreemdelingenrecht van de Rijksuniversiteit Groningen. Daaruit blijkt wel dat eiser zich in Nederland beter zal kunnen ontwikkelen dan in Kenia. Het enkele feit dat de levensomstandigheden in Nederland beter zijn dan in Kenia is echter geen reden om op grond van artikel 8 van het EVRM verblijf in Nederland toe te staan. Verder stelt het rapport dat eiser last heeft van de onzekerheid over de uitkomst van de verblijfsprocedure. Dit pleit voor het afsluiten van de verblijfsprocedure van eisers, maar betekent niet dat dit ook in het voordeel van eisers moet zijn.
Buttwaarin de belangenafweging in het voordeel van de vreemdelingen uitviel. Anders dan in het geval van eisers speelde in de zaak
Butteen rol dat de autoriteiten van Noorwegen pas op een laat moment bekend maakten dat de vreemdelingen geen rechtmatig verblijf hadden en bovendien dat de autoriteiten van Noorwegen niet voortvarend te werk gingen met het uitzetten van de vreemdelingen.