ECLI:NL:RBDHA:2020:11639
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Waarde vaststelling onroerende zaak en bezwaar tegen WOZ-beschikking
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de waarde van een onroerende zaak, gelegen aan [Laan] [huisnummer 1] te [plaats]. De eiseres, die de woning in eigendom heeft, was het niet eens met de door de heffingsambtenaar van de gemeente Noordwijk vastgestelde WOZ-waarde van € 181.000, vastgesteld op waardepeildatum 1 januari 2018. Eiseres stelde dat de waarde te hoog was en pleitte voor een waarde van € 122.000, gebaseerd op haar eigen verkoopcijfer van € 145.000, dat zij op 11 december 2019 had gerealiseerd. Eiseres voerde aan dat dit verkoopcijfer een goede indicatie was voor de waarde in het economische verkeer, en dat er rekening gehouden moest worden met een correctie van 12,4% vanwege een stijgende markt.
De rechtbank heeft het standpunt van eiseres verworpen en geoordeeld dat het eigen verkoopcijfer niet bruikbaar was voor de waardebepaling. De rechtbank oordeelde dat de waarde van de woning terecht was vastgesteld door middel van de vergelijkingsmethode, waarbij verweerder voldoende aannemelijk had gemaakt dat de waarde niet te hoog was vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat de door verweerder aangedragen vergelijkingsobjecten, waaronder een object dat identiek was aan de woning, een goede basis vormden voor de waardebepaling. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en wees de proceskosten af.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.