Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 27 april 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Overwegingen
"...
.Verweerder heeft met name basale kennisvragen over [naam 1] gesteld, zoals: opleiding, werk, kind, bevolkingsgroep. Op deze vragen heeft eiser een antwoord kunnen geven. Verweerders standpunt dat eiser geen basale kennis heeft van [naam 1] , is gelet op de gegeven motivering, niet houdbaar. Daarbij betrekt de rechtbank nog dat eiser voldoende heeft onderbouwd dat het in Oeganda niet gebruikelijk is om verjaardagen te vieren. Hieraan is verweerder ten onrechte voorbijgegaan. Ook heeft eiser niet vaag, dan wel tegenstrijdig, verklaard over het aantal broers en zussen van [naam 1] . Hij heeft verklaard [15] dat [naam 1] twee broers heeft, en geen andere broers en zussen “voor zover hij weet”. Verder volgt de rechtbank eiser dat [naam 1] ’s huwelijksdatum geen basale kennis betreft, evenmin als de naam van [naam 1] ’s overleden moeder. Evenmin is gebleken dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over de duur van de relatie. Eiser heeft namelijk consistent verklaard [16] over de duur van de totale relatie: vanaf 2014 vriendschappelijk en vanaf februari 2017 een liefdesrelatie. In zoverre slagen deze beroepsgronden.