ECLI:NL:RBDHA:2020:10396
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering van de Staat om voorafgaand aan uitzending kennis te nemen van een filmdocumentaire
In deze zaak heeft de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Openbaar Ministerie, een kort geding aangespannen tegen Selfmade Films B.V. De Staat vorderde een verbod op de uitzending van een filmdocumentaire, waarin het Openbaar Ministerie (OM) betrokken was, totdat het OM de gelegenheid had gekregen om de documentaire te bekijken en te beoordelen. De Staat stelde dat het OM een discretionaire bevoegdheid heeft om te bepalen of bepaalde beelden en geluidsopnamen niet voor uitzending gebruikt mogen worden, ter bescherming van privacy en andere belangen.
De voorzieningenrechter heeft op 9 oktober 2020 uitspraak gedaan. De rechter oordeelde dat de Staat geen spoedeisend belang meer had bij de vordering, omdat in een ander kort geding, dat op dezelfde dag werd behandeld, Selfmade en KRO-NCRV al was verboden de documentaire uit te zenden. Hierdoor was de vordering van de Staat niet meer relevant. De rechter wees de vordering af en veroordeelde de Staat in de proceskosten, omdat er geen tekortkoming was vastgesteld in de nakoming van het mediacontract door Selfmade. De voorzieningenrechter concludeerde dat Selfmade voldoende gelegenheid had geboden aan het OM om de documentaire te bekijken en dat er geen reden was om aan de verklaringen van Selfmade te twijfelen.
De uitspraak benadrukt het belang van de bescherming van privacy en de verantwoordelijkheden van partijen in mediacontracten. De Staat werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die door de rechter zijn vastgesteld op € 1.636,--, inclusief griffierecht en salaris advocaat. De kostenveroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.