ECLI:NL:RBDHA:2020:10394
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen bestuurlijk rechtsoordeel inzake bezoldiging topfunctionaris
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de toepassing van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Eiser, een topfunctionaris bij de Stichting Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), heeft bezwaar gemaakt tegen een bestuurlijk rechtsoordeel van de minister van Economische Zaken en Klimaat, waarin werd gesteld dat hij in 2015 en 2016 een hogere bezoldiging heeft ontvangen dan toegestaan onder de WNT. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is, omdat het gericht was tegen een niet-appellabel bestuurlijk rechtsoordeel. De rechtbank heeft aansluiting gezocht bij de vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die stelt dat een bestuurlijk rechtsoordeel in beginsel niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan worden beschouwd. Eiser heeft betoogd dat hij reputatieschade zal lijden door de publicatie van een handhavingsbesluit, maar de rechtbank oordeelde dat deze stelling niet voldoende onderbouwd was. De rechtbank concludeerde dat er geen zeer uitzonderlijke situatie was die het mogelijk maakte om het bestuurlijk rechtsoordeel gelijk te stellen aan een appellabel besluit. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.