Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[gedaagde 1] [woonplaats 2] ,
[gedaagde 2]te [woonplaats 3] ,
[gedaagde 3]te [woonplaats 4] ,
STICHTING FINANCIELE DIENSTVERLENING ZUID-HOLLAND NOORDte Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk, in hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen die toebehoren aan
[gedaagde 4],
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 februari 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie, met producties, namens [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ;
- het tussenvonnis van 12 juni 2019, waarin een comparitie van partijen is bevolen;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- de brief van 20 januari 2020, met productie, namens [eiser] ;
- de rolbeslissing van 13 mei 2020, waarin de rechtbank heeft bepaald dat de zitting (door de maatregelen in verband met het coronavirus) plaatsvindt in de vorm van een skype-zitting;
- de brieven van 18 en 28 mei 2020 van mr. Sanders, waarin zij schrijft dat partijen bezwaar maken tegen een skype-zitting en een fysieke zitting wensen;
- de akte nadere producties tevens aanvulling petitum, namens [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ;
- het proces-verbaal van de op 27 augustus 2020 gehouden comparitie van partijen en de daarin genoemde stukken.
.
2.De feiten
“In de periode 1983 tot en met 1988 zijn door [eiser] 10.498 pelzen afgeleverd aan [vader] .
De kostprijs c.q. de pensionprijs die door de Hr. [vader] [vader, toevoeging rechtbank] aan [eiser] [ [eiser] , toevoeging rechtbank] betaald moet worden op basis van reële kosten calculatie bedraagt ƒ 40,- per afgeleverde pels van 1983 t/m 1988.
De verrekening van het pensiongeld wordt gedaan aan de hand van het kas-bankboek van [vader] . De lening van [vader] aan [eiser] groot ƒ 50.000,- zal direkt worden verrekend met het pensiongeld.
De kostprijs c.q. pensionprijs voor 1989 wordt vastgesteld op f 34,- incl. f 1000,- vis en f 4000,- N.F.E. en verzekering welk bedrag rechtstreeks door [vader] wordt voldaan.
De berekening van het pensiongeld van 1989 is gebaseerd op het recht van vrij wonen te [plaats 1] .
Hoe verder in 1990?
(…)
Uw cliënt betaalt aan cliënt – gelijktijdig met het notarieel transport – een bedrag ad ƒ 37.186,64 zijnde de achterstallige huur- en pachtpenningen tot 1 januari 1998. Dit bedrag dient vermeerderd te worden met de pacht over 1998. Tot op heden is uw cliënt ingebreke gebleven de pacht aan cliënt te voldoen.”
een hectare grond te [plaats 1];
vijf nertsen-sheds, kostprijs eenhonderdvijfentwintig duizend gulden (fl. 125.000,00);
eenduizend nertsen, kostprijs vijftig duizend gulden (fl. 50.000,00);
eenduizend kooien, kostprijs twaalf duizend gulden (fl. 12.000,00);
eenduizend nachthokken, kostprijs tien duizend gulden (fl. 10.000,00);
het eerste jaar voer voor de dieren, kostprijs twintig duizend gulden (fl. 20.000,00);
vriescel, kostprijs zevenentwintig duizend gulden (fl. 27.000,00);
pelserij, kostprijs twaalf duizend gulden (fl. 12.000,00);
3.Het geschil
in conventie
primairgedaagden in conventie te veroordelen tot inzage, afschrift of uittreksel van alle bescheiden die nodig zijn voor de berekening van de legitieme portie, meer specifiek te weten de hierna genoemde stukken en te bepalen dat gedaagden in conventie daaraan binnen twee weken na afgifte van het vonnis dienen te voldoen op straffe van een dwangsom van € 500 per dag dat gedaagden in conventie hier niet tijdig aan voldoen, te weten:
primairdoor te oordelen dat de rechtbank deze verdelingen vaststelt conform de verdeling zoals opgenomen in de conceptakte zoals opgesteld door notaris Kuiper en overgelegd als productie 11, hetgeen erin resulteert dat:
primairte worden vastgesteld dat:
subsidiair) de verdeling van beide nalatenschappen vast te stellen zoals de rechtbank in goede justitie juist en rechtvaardig oordeelt;
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
nietop vertrouwden dat [eiser] zijn rechten niet meer geldend zou maken. Verder acht de rechtbank het verwijt dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] [eiser] maken – dat hij jarenlang geen juridische procedure is gestart – onbegrijpelijk met het oog op hun stelling dat de executele ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding in onderhavige zaak nog steeds niet was geëindigd, zodat [eiser] niet eens bevoegd was een juridische procedure te starten en volgens hen daarom niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard (zie 4.5) – de juistheid van dit standpunt in het midden latend. Van een geslaagd beroep op rechtsverwerking is, gelet op het voorgaande, naar het oordeel van de rechtbank in ieder geval geen sprake.
Totale bezittingen: € 322.932,00
“De tekstuele inhoud van de testamenten is een zaak van de testateurs, niet van de notaris. Ik ben van mening dat, nadat ik hen op de juridische onhoudbaarheid van de betreffende passages had gewezen, ik als notaris hun blijvende wens niet kon negeren.”