Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
SAMSUNG ELECTRONICS CO.te Gyeonggi-do, Zuid-Korea,
EBB DEVELOPMENT LIMITEDte Folkestone, Groot-Brittannië,
[gedaagde sub 2], zonder bekende woonplaats binnen of buiten Nederland,
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 februari 2018;
- de akte overlegging producties van Samsung met producties 1 t/m 22;
- de conclusie van antwoord van 1 augustus 2018 met producties 1 t/m 9;
- het tussenvonnis van 10 oktober 2018 waarin een comparitie van partijen is gelast;
- de ten behoeve van de comparitie toegezonden brief van 6 maart 2019 met producties 10 t/m 12 van EBB c.s.;
- de brief van 20 maart 2019 met een geactualiseerde kostenopgave van EBB c.s.;
- de tijdens de comparitie genomen akte houdende overlegging producties van Samsung met producties 23 t/m 35;
- het proces-verbaal van comparitie van 22 maart 2019.
2.De feiten
- i) het Beneluxmerk BIBBY (hierna: het BIBBY-Beneluxmerk) aangevraagd. Het BIBBY-Beneluxmerk is op 15 mei 2017 onder registratienummer 1010691 ingeschreven voor waren en diensten in de klassen 09, 38 en 41;
- ii) een van 10 oktober 2016 daterende prioriteit van de Pakistaanse BIBBY- merken ingeroepen, en
- iii) oppositie ingesteld tegen het BIXBY-merk.
3.Het geschil
primair:de nietigheid uitspreekt van het BIBBY-Beneluxmerk en de doorhaling daarvan gelast;
primair:EBB heeft een aanvraag te kwader trouw in de zin van artikel 2.2bis lid 2 BVIE [2] van het BIBBY-Beneluxmerk gedaan. Zij heeft daarbij haar merkrechten gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze verleend zijn en gehandeld in strijd met Samsungs in artikel 16 EU Handvest neergelegde grondrecht van vrij ondernemerschap.
subsidiair:Samsung maakt met haar BIXBY-merk geen inbreuk op het BIBBY-Beneluxmerk.
meer subsidiair:– voor zover de rechtbank aanneemt dat beide merken wel verwarringwekkend overeenstemmen – vormen de feiten en de hiervoor ingenomen stellingen grond voor toewijzing van dit verbod, dat ook wordt gerechtvaardigd door de oneerlijke concurrentie met het BIBBY-Beneluxmerk ten opzichte van de naam BIXBY, die Samsung eerder in Nederland gebruikte.
4.De beoordeling
in beide zaken
- i) het feit dat de aanvrager weet of behoort te weten dat een derde in tenminste één lidstaat een gelijk of overeenstemmend teken gebruikt voor dezelfde of soortgelijke waar, waardoor verwarring kan ontstaan met het teken waarvoor inschrijving is gevraagd;
- ii) het oogmerk van de aanvrager om die derde het verdere gebruik van dat teken te beletten,
omdat een dergelijke registratie voldoende is om een Uniemerk-registratie te kunnen aanvallen.”
op de tekentafel (...) tot het juiste moment om het merk zelf in de markt te zetten of op een andere wijze te gebruiken, zoals het eventueel in licentie te geven.’ In antwoord op de vraag wat nu concreet op de tekentafel ligt, heeft [gedaagde sub 2] ter zitting verklaard:
U moet het zien zoals de eigendom van een stuk land waarvan op voorhand niet duidelijk is wat de bestemming is en/of wat daaromheen gebeurt. Afhankelijk van de ontwikkeling kan de waarde van die eigendom zich in positieve zin ontwikkelen en kan het dus een goede investering zijn. Zo is het ook met de merken. De rechten daarop zijn vergelijkbaar met echt eigendom en de waarde daarvan kan zich – afhankelijk van de omstandigheden – gunstig ontwikkelen, zeker als het een aantrekkelijke merknaam is zoals BIBBY.”
uniek merkbeleid’voert en dat de [gedaagde sub 2] -bedrijven ‘
niet meer dan zeer actieve deposanten van merken’zijn. Volgens EBB hebben deze merkdepots niets te maken met de door Samsung gesuggereerde ‘
trade mark squatting’-praktijken, maar met doordacht ondernemerschap waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de bestaande mogelijkheden. EBB benadrukt dat eenieder de vrijheid toekomt die de [gedaagde sub 2] -bedrijven benutten.
can do’mentaliteit en het door EBB en andere [gedaagde sub 2] -bedrijven gebruik maken van de ter beschikking staande mogelijkheden, heeft EBB niets concreets aangevoerd over haar oogmerk en de commerciële logica van de aanvraag tot registratie van het BIBBY-Beneluxmerk. Zoals hiervoor is overwogen, ziet EBB het BIBBY-merk kennelijk als een investering en speculeert zij erop dat de waarde ervan stijgt omdat het een aantrekkelijk woord is voor een merk en iemand BIBBY (of een daarop gelijkend teken) als merk wil gebruiken. De vaststaande feiten en omstandigheden met betrekking tot de aanvraag voor het BIBBY-Beneluxmerk wijzen erop dat deze aanvraag is gedaan met dit speculatieve oogmerk. Daarmee is de aanvraag niet gedaan met het oog op gebruik volgens de wezenlijke functie van een merk.
- het Britse merkenbureau UKIPO [gedaagde sub 2] -bedrijven terecht heeft gewezen vanwege 86 als misbruik van recht aangemerkte opposities tegen merken van Apple Inc,
- merkaanvragen door [gedaagde sub 2] -bedrijven als te kwader trouw zijn beoordeeld, onder meer door het UKIPO met betrekking tot de merken VIVA,
Intellectual property (Trademarks) Manager’bij een van de [gedaagde sub 2] -bedrijven, waarop Samung wijst. Daarin staat dat hij daar de volgende ervaring heeft opgedaan:
priority chains’en ‘
reverse domain name hacking’deel uitmaakten van het takenpakket van de voormalig werknemer van een van de [gedaagde sub 2] -bedrijven.
verkregenhebben, te weten de
houdersvan dergelijke rechten (cursiveringen rechtbank). Deze bepalingen kunnen niet in die zin worden uitgelegd dat zij beogen de verschillende maatregelen en procedures te regelen die ter beschikking worden gesteld van de personen die door anderen verkregen intellectuele-eigendomsrechten betwisten zonder zelf houders van dergelijke rechten te zijn. [37] Een nietigheidsprocedure, die niet een inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht betreft, wordt juist ter beschikking gesteld van een persoon die, zonder houder van een intellectuele-eigendomsrecht te zijn, opkomt tegen de bescherming van een recht van intellectuele eigendom dat aan de houder van de overeenkomstige rechten is verleend. Zo’n procedure beoogt dus niet de bescherming van houders van intellectuele-eigendomsrechten te verzekeren in de zin van de Handhavingsrichtlijn. [38]