ECLI:NL:RBDHA:2019:9408
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens ontbinding van de vennootschap en onmogelijkheid tot heropening vereffening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juni 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen H Ltd, eiseres, en de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder. De zaak betreft een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2011, die aan eiseres was opgelegd. Eiseres, opgericht naar het recht van Guernsey, was ontbonden op 15 oktober 2012. De inspecteur had een navorderingsaanslag opgelegd van € 14.577.149, alsook een vergrijpboete van € 3.634.286. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergrijpboete bij de uitspraak op bezwaar was vernietigd, maar dat het beroep tegen de navorderingsaanslag was ingesteld door een ontbonden vennootschap.
De rechtbank heeft in haar overwegingen geconcludeerd dat het op grond van het recht van Guernsey niet mogelijk is om de vereffening van de ontbonden vennootschap te heropenen. Hierdoor is het beroep dat namens eiseres is ingediend niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen inhoudelijke beoordeling van het geschil kunnen maken, omdat de ontvankelijkheid van het beroep niet gegeven was. De proceskosten zijn niet toegewezen, aangezien er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling bestond.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.