ECLI:NL:RBDHA:2019:821
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid Italië voor behandeling van asielverzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 januari 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, een minderjarige, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 17 januari 2019 is eiseres verschenen, bijgestaan door een gemachtigde, en was er een tolk aanwezig. De rechtbank overweegt dat de Staatssecretaris terecht heeft vastgesteld dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, aangezien eiseres eerder een verzoek om internationale bescherming in Italië had ingediend. Eiseres heeft aangevoerd dat zij slachtoffer is van mensenhandel en dat Italië niet in staat is om haar de benodigde zorg te bieden, maar de rechtbank oordeelt dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat er sprake is van systematische tekortkomingen in de Italiaanse asielprocedure of opvangvoorzieningen. De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvraag van eiseres niet in behandeling hoeft te worden genomen en verklaart het beroep ongegrond. De rechtbank wijst erop dat het aan eiseres is om aannemelijk te maken dat de registraties in Italië onzorgvuldig zijn en dat zij in Italië een reëel risico loopt op onmenselijke of vernederende behandeling. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.