ECLI:NL:RBDHA:2019:6737
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens internationale bescherming in andere EU-lidstaat met verwijzing naar arrest Gnandi
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 juli 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, die internationale bescherming heeft in Griekenland, zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard zag. De rechtbank overweegt dat de informatie die eiser heeft ingeroepen over de situatie in Griekenland geen wezenlijk ander beeld biedt dan eerder door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is beoordeeld. Eiser heeft onvoldoende aangetoond dat hij bij terugkeer naar Griekenland te vrezen heeft voor een behandeling die in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank stelt vast dat het bestreden besluit geen terugkeerbesluit inhoudt, en dat het arrest Gnandi, dat betrekking heeft op terugkeerbesluiten, in deze zaak niet van toepassing is. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.