ECLI:NL:RBDHA:2019:6330
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van een Nigeriaanse homoseksuele man; beoordeling van nieuwe elementen in herhaalde aanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 april 2019 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Nigeriaanse man, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door verweerder niet-ontvankelijk was verklaard. Eiser had eerder een aanvraag gedaan die was afgewezen omdat zijn homoseksuele geaardheid niet geloofwaardig werd geacht. In zijn herhaalde aanvraag voerde eiser aan dat er nieuwe elementen waren, waaronder een relatie met zijn partner en ondersteunende documenten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen nieuwe relevante elementen of bevindingen zijn die de eerdere afwijzing kunnen onderbouwen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag niet ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard en verklaart het beroep ongegrond. Tevens wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de rechtbank met deze uitspraak op het beroep beslist. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.