ECLI:NL:RBDHA:2019:6303
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.K. Mireku
- L.C. Dankbaar
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening; beroep ongegrond
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 april 2019 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling te nemen. De staatssecretaris heeft zich beroepen op de Dublinverordening, die bepaalt dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser. Eiser, die stelt de Nigeriaanse nationaliteit te hebben, heeft psychische klachten en vreest dat zijn asielprocedure in Italië niet conform de Europese richtlijnen zal verlopen. Hij heeft daarom verzocht om een voorlopige voorziening en om zijn zaak aan te houden totdat de meervoudige kamer uitspraak heeft gedaan in vergelijkbare zaken.
De rechtbank heeft op de zitting van 2 april 2019 het onderzoek gesloten en heeft overwogen dat de staatssecretaris terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen. Eiser heeft geen objectieve medische stukken overgelegd die zijn psychische klachten onderbouwen, waardoor de rechtbank niet kan concluderen dat er sprake is van een bijzondere ernst van zijn gezondheidstoestand die een overdracht aan Italië zou uitsluiten. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien om de zaak aan te houden in afwachting van een nieuw rapport van de Asylum Information Database (AIDA), omdat er geen concrete aanwijzingen waren over de inhoud en conclusies van dat rapport.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de beroepsgronden van eiser niet slagen en heeft het beroep ongegrond verklaard. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gedaan en kan binnen één week na bekendmaking worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.