ECLI:NL:RBDHA:2019:5928
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schadevergoeding op grond van artikel 7:686 BW na beëindiging arbeidsovereenkomst en reorganisatie
In deze zaak heeft [verzoeker] een verzoek ingediend op grond van artikel 7:686 BW, strekkende tot vergoeding van inkomens- en pensioenschade na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst met NN Insurance Personeel B.V. [verzoeker] was van 1 november 1999 tot 1 oktober 2018 in dienst bij NN en is boventallig verklaard na een reorganisatie. Hij heeft op 20 april 2018 ingestemd met de beëindiging van zijn dienstverband en een vaststellingsovereenkomst getekend. In zijn verzoek stelt hij dat NN toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de arbeidsovereenkomst door hem zonder wettelijke grondslag de werkzaamheden te ontnemen. NN heeft verweer gevoerd en stelt dat [verzoeker] instemde met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en dat het verzoek niet gegrond is op artikel 7:686 BW. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het verzoek niet via een verzoekschrift aanhangig gemaakt moet worden, maar dat de zaak voortgezet moet worden volgens de regels van de dagvaardingsprocedure. De kantonrechter heeft de zaak verwezen naar de rolzitting van 3 juli 2019, waarbij [verzoeker] de gelegenheid krijgt om zijn stellingen aan te passen aan de dagvaardingsprocedure.