Daartoe voert Eurosalt – samengevat – het volgende aan. Rijkswaterstaat heeft (opnieuw) zeer grote percelen in de markt gezet en toegestaan dat een inschrijver op alle percelen kon inschrijven. Met een verdeling van de opdracht in meerdere kleinere percelen en een maximum aantal percelen waar een opdrachtnemer op kan inschrijven, had Rijkswaterstaat de risico’s aanzienlijk kunnen beperken. Doordat [BV I] alle drie de percelen heeft gewonnen, is Rijkswaterstaat voor de totale levering van al het wegenzout afhankelijk van [BV I] . Verder heeft Rijkswaterstaat de opdracht pas in mei in de markt gezet met gunning begin juli, eist Rijkswaterstaat dat al het zout vóór 1 november wordt geleverd en worden in het PvE behoorlijke restricties aangegeven voor de uitlevering. Een inschrijver die uitgaat van de juiste kwaliteit van het zout en alle risico’s op realistische wijze calculeert, verliest de aanbesteding op prijs.
Het door [BV I] geleverde zout is te laat geleverd en ook ontbreekt nog een substantieel deel van de te leveren hoeveelheid. Het op tijd leveren van de enorme hoeveelheid zout is een van de kenmerkende prestaties van de overeenkomst, maar Rijkswaterstaat staat toe dat [BV I] aanzienlijk later de leveranties completeert. De verschuldigde maximale boete van 10% is kennelijk door [BV I] ingecalculeerd. Het toestaan van een leveringsdatum die ondertussen meer dan zes weken na de contractdatum ligt, tegen een korting van 10%, is een wezenlijke wijziging. Rijkswaterstaat was gehouden daags na 1 november 2018 de overeenkomst met [BV I] te ontbinden.
Daarnaast voldoet het wegenzout niet aan de in het bestek gestelde eisen. De schepen zijn gelost en Rijkswaterstaat staat voor een voldongen feit dat bij aanvang van de winter enkel zout is geleverd dat gebrekkige strooi-eigenschappen heeft. Herstel van het zout of het aanleveren van nieuw zout door [BV I] is niet realistisch. Rijkswaterstaat heeft in deze procedure slechts twee analyses van twee monsters, beide van hetzelfde schip, [Schip I] , overgelegd en verstrekt de analyses niet die voorafgaand aan iedere acceptatie dienen te worden uitgevoerd. Het is niet aannemelijk dat herstel op andere locaties dan Kampen ook mogelijk is. De gebreken in de verschillende ladingen zijn verschillend. Juist de gebreken uit de lading uit [Schip II] zijn praktisch onmogelijk om te herstellen. Er is ook geen bewijs van daadwerkelijk herstel van de volledige levering in Kampen, zodat de geloofwaardigheid daarvan nihil is. Bovendien is de door Rijkswaterstaat in de brief van 22 november 2018 gestelde deadline van 7 december 2018 niet gehaald door [BV I] , zodat Rijkswaterstaat de regeling van artikel 12.2 Ariv 2016 moet volgen, namelijk ofwel levering door een derde op kosten van [BV I] , ofwel ontbinding.
Als Rijkswaterstaat het zout van [BV I] heeft geaccepteerd, is sprake van een wezenlijke wijziging waarmee het gelijkheidsbeginsel en het level playing field is geschonden. Acceptatie en gebruik van het zout zal ook de verkeersveiligheid in heel Nederland in gevaar brengen.
Rijkswaterstaat weigert openheid van zaken te geven over hoe hij de bij de aanbesteding geldende kwaliteitseisen handhaaft tegenover [BV I] . Eurosalt heeft op grond van het gelijkheidsbeginsel en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur recht op deugdelijke informatie van Rijkswaterstaat waarmee Eurosalt objectief kan nagaan of het bestek bij de opdracht wordt nageleefd.