Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[gedaagde 1] te [plaats] ,
[BV I]te [plaats] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 juli 2018, met producties;
- de akte overlegging productie van 1 augustus 2018 van BVA, met productie;
- de conclusie van antwoord van 12 september 2018, met producties;
- het tussenvonnis van 17 oktober 2018, waarin een comparitie van partijen is bevolen;
- het buiten aanwezigheid van partijen opgemaakte proces-verbaal van comparitie van 12 februari 2019, de daarin genoemde stukken en de opmerkingen van partijen op het proces-verbaal van [gedaagde 1 c.s.] bij brief van 26 februari 2019 en van BVA bij brief van 11 maart 2019.
2.De feiten
www.bva-auctions.com) waarop zij via veiling goederen van derden verkoopt.
online publishers).
publisher agreement(hierna: de overeenkomst) gesloten, waarin DMS van BVA de bevoegdheid heeft gekregen om beschikbare advertentieruimte op de veilingwebsite van BVA aan adverteerders aan te bieden en te verkopen. In de considerans van de overeenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
comprise the exploration of the Websites specified in Annexe 2. and the Client wishes to delegate the exploitation of advertisement relate to the Websites to DMS.
quick fixes”) door te voeren die de omzet weer terug op het oude niveau konden brengen. In reactie daarop heeft de heer [A] namens BVA diezelfde dag per e-mail onder meer het volgende aan DMS bericht:
3.Het geschil
primair[gedaagde 1 c.s.] hoofdelijk veroordeelt om aan BVA te betalen een bedrag van € 149.615,19, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over de verschuldigde advertentieopbrengsten vanaf het moment dat de advertentieopbrengsten (met inachtneming van de overeengekomen betalingstermijn) betaald hadden moeten zijn tot aan de dag der algehele voldoening, dan wel
subsidiair[BV I] en/of [gedaagde 1] hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan BVA van een in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met een in goede justitie te bepalen rente over een in goede justitie te bepalen periode;
primair[gedaagde 1 c.s.] hoofdelijk veroordeelt om aan BVA te betalen de kosten in verband met de ten laste van [gedaagde 1 c.s.] gelegde beslagen, op de datum van dagvaarding begroot op een bedrag van € 2.862,32, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van beslaglegging althans vanaf de datum van dagvaarding, althans vanaf een in goede justitie te bepalen datum,
subsidiair[BV I] en/of [gedaagde 1] hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan BVA van een in goede justitie te bepalen bedrag aan beslagkosten;
4.De beoordeling
Ontvanger/Roelofsen).
een aantal aanbevelingen zeker leiden tot hogere omzetten zonder daarmee geweld te doen aan jullie visie” en DMS ernaar streeft “
tot en met het einde van de overeenkomst er alles aan doen dit te verbeteren” (zie 2.12). DMS hoefde uit die opzegging niet af te leiden dat BVA de overeenkomst niet tot december 2018 gestand zou doen, enerzijds door het onzekere karakter van een pro forma opzegging en anderzijds doordat BVA bij e-mail van 21 maart 2018 opmerkte over de periode tot december 2018:
“Wat BVA betreft kan de manier van samenwerken tot die tijd ook ongewijzigd doorlopen”(zie 2.14). BVA heeft DMS vervolgens in april 2018 van de ene op de andere dag eenzijdig de toegang tot het managementsysteem van haar website ontzegd, onder protest van DMS.
Coral/Stalt). Dit kan onder meer het geval zijn bij verhaalsfrustratie door de vennootschap, aldus BVA.