ECLI:NL:RBDHA:2019:4143
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake beslag op huurtoeslag
Op 23 april 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster een voorlopige voorziening vroeg op basis van artikel 287 lid 4 van de Faillissementswet (Fw). Verzoekster had verzocht om opschorting van het beslag dat op 9 augustus 2018 door Stichting Rijswijk Wonen was gelegd op haar huurtoeslag. Dit beslag was gelegd naar aanleiding van een veroordeling tot betaling van een schuld aan de verhuurder. Tijdens de zitting op 18 april 2019 heeft verzoekster verklaard dat het beslag haar in financiële problemen brengt, maar de rechtbank oordeelde dat verzoekster niet had aangetoond dat er sprake was van spoedeisendheid. De rechtbank merkte op dat verzoekster sinds de beslaglegging in augustus 2018 in staat was geweest haar vaste lasten te voldoen, wat erop wijst dat er geen acute noodsituatie was ontstaan. Bovendien werd het standpunt van verzoekster dat de paritas creditorum doorbroken werd door het beslag, verworpen. De rechtbank concludeerde dat Stichting Rijswijk Wonen rechtmatig beslag had gelegd op de huurtoeslag en dat de verzoekster niet in haar verzoek kon worden ontvangen. Het verzoek werd dan ook afgewezen.