ECLI:NL:GHDHA:2017:1154
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van beslagvrije voet op zorgtoeslag in hoger beroep
In deze zaak heeft Sensus Groep B.V., h.o.d.n. AGC Gerechtsdeurwaarders & Incasso, hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kantonrechter van 31 maart 2016. De zaak betreft de toepassing van de beslagvrije voet op de zorgtoeslag van verweerder, die door zijn zorgverzekeraar als wanbetaler is aangemeld bij Zorginstituut Nederland. Verweerder heeft verzocht om de beslagvrije voet van toepassing te verklaren op zijn zorgtoeslag, omdat hij onder het sociale minimum leeft door het beslag dat is gelegd op zijn gehele zorgtoeslag. Sensus heeft betoogd dat verweerder niet-ontvankelijk verklaard moet worden, omdat het verzoek zich ten onrechte tegen hen richtte in plaats van tegen ZIN, de instantie die het beslag heeft gelegd. De kantonrechter heeft het verzoek van verweerder toegewezen, maar Sensus is in hoger beroep gegaan.
Het hof heeft de grieven van Sensus beoordeeld. De eerste grief betrof de relatieve bevoegdheid van de kantonrechter, die het hof ongegrond verklaarde. De tweede grief, die stelde dat Sensus niet de wederpartij van verweerder was, werd eveneens afgewezen. Het hof oordeelde dat de kantonrechter had moeten overwegen dat ZIN opgeroepen had moeten worden, maar dat dit geen grond voor niet-ontvankelijkheid vormde. De derde grief, die zich richtte tegen de uitzondering op het beslagverbod van de zorgtoeslag, werd gegrond verklaard. Het hof concludeerde dat de wetgever met artikel 45 Awir heeft beoogd dat de zorgtoeslag alleen door de schuldeiser kan worden aangesproken en dat een beslagvrije voet niet van toepassing kan zijn. Het verzoek van verweerder werd afgewezen, en de beschikking van de kantonrechter werd vernietigd. Verweerder werd in de kosten van de procedure veroordeeld.