Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Hotel Bella Vista B.V. verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerster], die sinds 2006 in dienst was. De kantonrechter heeft op 6 mei 2019 uitspraak gedaan na een verzoekschrift dat op 6 februari 2019 was ingediend. Bella Vista stelde dat er sprake was van verwijtbaar handelen van [verweerster] en een verstoorde arbeidsverhouding. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 februari en 25 maart 2019 zijn beide partijen gehoord, waarbij [verweerster] zich verweerde tegen het verzoek en stelde dat er onvoldoende gronden waren voor ontbinding.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen redelijke grond was voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat de vertrouwensbreuk niet zo onomkeerbaar was als Bella Vista stelde. Er waren geen functioneringsgesprekken gevoerd en de kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende was onderzocht of er minder verstrekkende oplossingen mogelijk waren. De kantonrechter concludeerde dat de arbeidsovereenkomst niet ontbonden kon worden op de door Bella Vista aangevoerde gronden, maar dat er wel een ernstige vertrouwensbreuk was ontstaan.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter besloten de arbeidsovereenkomst te ontbinden met ingang van 7 juni 2019, en heeft [verweerster] veroordeeld tot betaling van € 736,20 aan Bella Vista. De kantonrechter heeft geen van de partijen in de proceskosten veroordeeld, en het verzoek om een transitievergoeding en billijke vergoeding werd afgewezen, omdat deze niet waren verzocht door [verweerster].