ECLI:NL:RBDHA:2019:3654
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Verweerder weigert asielaanvraag op basis van Dublinverordening met betrekking tot Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 april 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Ghanese nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op grond van de Dublinverordening, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 28 februari 2019 heeft eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, betoogd dat er in Italië systematische tekortkomingen zijn in de asielprocedure en opvangvoorzieningen, waardoor het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet meer zou gelden. De rechtbank heeft echter overwogen dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State eerder heeft geoordeeld dat Italië nog steeds aan de verplichtingen voldoet, ondanks het Salvini-decreet. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen nieuwe feiten zijn die een ander oordeel rechtvaardigen en dat eiser niet is aangetoond dat hij een kwetsbaar persoon is.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.