Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord;
- het vonnis waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- het buiten aanwezigheid van partijen opgemaakte proces-verbaal van comparitie van 5 oktober 2018 en de daarin genoemde stukken;
- de aanvullende productie aan de zijde van [gedaagde] ;
- de akte houdende uitlating productie aan de zijde van [eiser] ;
- de op de rol van 7 november 2018 aan [gedaagde] verleende akte van niet-dienen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ontvanger/Roelofsen).
Beklamel-norm (HR 6 oktober 1989, ECLI:NL:HR:1989:AB9521) aansprakelijk is voor het aangaan van deze overeenkomst, gaat dat verwijt niet op, omdat [gedaagde] toen nog geen bestuurder van [B.V. X] was.
[… 1] / [… 2]). Voor een afwijking van de regel dat de stelplicht en bewijslast voor de aansprakelijkheid van [gedaagde] op [eiser] rust, bestaat daarom geen grond.