Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] , eiseres I, (hierna: eiseres)
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Niet is gebleken dat de minderjarige kinderen op de dag dat zij met onbekende bestemming zijn vertrokken onder de hoede van het Nidos waren. De rol van het Nidos kan reeds daarom niet leiden tot de conclusie dat zij niet met onbekende bestemming waren vertrokken en dat verweerders melding aan Polen ten onrechte zou zijn gedaan.
Het door de gemachtigde van eisers genoemde criterium dat de vreemdelingenpolitie, de DT&V en de partijen ressorterend onder verweerder op de hoogte waren dat de minderjarigen onder de hoede van het Nidos waren, is (zoals daarbij ook is aangeven) ontleend aan de Tijdelijke regeling kinderpardon. Los van het feit dat die regeling is geëindigd op 1 mei 2013 (dus ruim voor de periode hier in geding), ging het bij die (nationale) regeling niet om de criteria in de Dublinverordening voor opschorting van de overdrachtstermijn, maar om wat later in de wandelgangen is gaan heten ˮhet meewerkcriteriumˮ in nationaal beleid. Een beroep op die tijdelijke regeling baat eisers dus niet.
nietalleenstaand zijn. Dat was ook de situatie ten tijde van de vorige asielprocedure. Van strijd met de materiële waarheid is dan ook geen sprake; evenmin als van de gestelde strijd met het gelijkheidsbeginsel.
Niet is echter gebleken dat overdracht aan Polen betekent dat die stabiliteit niet of minder gerealiseerd zou kunnen worden dan wanneer de kinderen in Nederland zouden blijven. De gemachtigde van eisers heeft op de zitting weliswaar gesteld dat er in Polen geen organisatie als het Nidos is, maar daarmee is niets gezegd over de feitelijke mogelijkheden voor begeleiding in Polen. Ook is niet gebleken dat Polen het IVRK [2] niet naleeft.
Conclusie