ECLI:NL:RBDHA:2019:3116
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde asielaanvraag van een Afghaanse nationaliteit houder
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 februari 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Afghaanse nationaliteit houder, heeft een herhaalde asielaanvraag ingediend, nadat zijn eerste aanvraag in 2015 was afgewezen. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij vanwege zijn Hazara achtergrond te vrezen heeft voor vervolging in Afghanistan. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit.
Tijdens de zitting op 21 februari 2019 heeft eiser verklaard dat hij op tweejarige leeftijd met zijn ouders naar Iran is gevlucht en dat zijn ouders problemen hebben ondervonden in Afghanistan. Eiser heeft documenten overgelegd ter onderbouwing van zijn nationaliteit, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet voldoende heeft aangetoond dat hij persoonlijk risico loopt op vervolging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de situatie in Afghanistan niet zodanig is dat een burger zonder meer een reëel risico loopt op vervolging.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder de stelling dat hij als minderjarige moet worden beschouwd, verworpen. De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris de aanvraag terecht heeft afgewezen en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard.