9.5.In beginsel moet iedere vreemdeling leges betalen om een reguliere verblijfsvergunning te kunnen krijgen. Onder bepaalde voorwaarden en omstandigheden kan de vreemdeling hiervan worden vrijgesteld. In de uitspraak van de meervoudige kamer van deze rechtbank en zittingsplaats van 31 oktober 2016is hierover het volgende overwogen. Een vreemdeling kan bij een aanvraag om in het bezit te worden gesteld van een verblijfsvergunning met toepassing van de discretionaire bevoegdheid verzoeken om vrijstelling van het betalen van leges op grond van artikel 3.34a, onder k, van het Vreemdelingen Voorschrift 2000. In het kader van deze vrijstellingsverzoeken worden de schrijnende omstandigheden waar de vreemdeling zich op beroept ten volle beoordeeld. De leges-eis wordt niet tegengeworpen als verweerder tot de conclusie komt dat de schrijnende omstandigheden van de vreemdeling aanleiding geven om met toepassing van de discretionaire bevoegdheid een verblijfsvergunning te verlenen.
Wanneer geeft verweerder toepassing aan zijn discretionaire bevoegdheid?
10. In de uitspraak van 6 april 2018 van de meervoudige kamer van deze rechtbank en zittingsplaats,die in zoverre in hoger beroep is bevestigd bij uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) van 24 september 2018,is vastgesteld dat verweerder bij de toepassing van het eerder genoemd juridisch kader een vaste gedragslijn hanteert. Deze gedragslijn houdt het volgende in. Voor de toepassing van verweerders discretionaire bevoegdheid zijn de omstandigheden van langdurig verblijf en worteling in Nederland op zichzelf onvoldoende. Er dient sprake te zijn van een uniek samenstel van aanvullende factoren. Juist omdat het moet gaan om een uniek samenstel van factoren kan niet limitatief worden aangegeven welke omstandigheden daarbij van belang kunnen zijn, of welke omstandigheden daarbij een doorslaggevende rol spelen. Alle omstandigheden die de aanvrager in het kader van schrijnendheid aanvoert worden betrokken in de weging, waarbij sommige omstandigheden zwaarder wegen dan andere omstandigheden. Ook contra-indicaties worden in de weging betrokken. Deze vaste gedragslijn is neergelegd in een praktijkdocument die als bijlage bij de uitspraak van
6 april 2018 is gevoegd. Een aantal bij deze aanvragen veel voorkomende factoren alsmede contra-indicaties wordt daarin (niet-limitatief) opgesomd en uitgewerkt. Er wordt geen vast gewicht aan de factoren toegekend. Uit de beschrijving van de factoren in het praktijkdocument blijkt dat het gewicht dat aan een bepaalde factor wordt toegekend van geval tot geval kan verschillen.
Wat moet de rechtbank beoordelen?
11. Mede gelet op deze gedragslijn is de rechterlijke toetsing van de toepassing door verweerder van zijn discretionaire bevoegdheid tweeledig. Ten eerste moet worden getoetst of verweerder alle door de vreemdeling aangedragen omstandigheden in zijn besluitvorming heeft betrokken. Dat moet de rechtbank vol toetsen. Ten tweede moet de rechtbank de weging van de omstandigheden toetsen. Daarbij is van belang dat verweerder bij de weging van de omstandigheden beslissingsruimte heeft. Dat betekent dat de rechtbank moet toetsen of verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de door de vreemdeling aangevoerde feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien niet maken dat er sprake is van een schrijnende situatie.
Mocht verweerder vinden dat geen sprake is van een schrijnende situatie?
12. De rechtbank is van oordeel dat verweerder alle door eisers aangevoerde omstandigheden in zijn besluitvorming heeft betrokken. Verweerder is ingegaan op de belangen van de kinderen,het rechtmatig verblijf van eisers, de medische omstandigheden, de aangevoerde gendergerelateerde omstandigheden, en het maatschappelijk belang.Ook heeft verweerder hierbij de situatie betrokken nadat eiseres openheid van zaken heeft gegeven.Voor zover eisers stellen dat verweerder ten onrechte de belangen van de kinderen niet voorop heeft gesteld en dat verweerder nader onderzoek had moeten doen naar het welzijn van de kinderen en de gevolgen die een “ontworteling” met zich mee zal brengen volgt de rechtbank dit betoog niet. Het is aan eisers om aan te tonen dat sprake is van schrijnende omstandigheden. In de overgelegde wetenschappelijke gedragsrapportage ziet de rechtbank geen aanleiding om de bewijslast bij verweerder te leggen. Daartoe is relevant dat het rapport gedateerd is, want opgemaakt in december 2016. Bovendien is het rapport gebaseerd op leugenachtige verklaringen van eisers. In het rapport wordt bijvoorbeeld gesteld dat eisers geen familie in Armenië hebben en daar geen toekomst zien. Inmiddels is duidelijk geworden dat niet alleen de moeder van eiseres nog in Armenië woont, maar ook twee broers en een zuster met, zoals ter zitting is gesteld, een groot gezin. Dat eiseres zich door eiser gedwongen heeft gevoeld om de waarheid te verzwijgen, doet er niet aan af dat het rapport is gebaseerd op onjuiste gegevens en daarmee niet betrouwbaar is. Verder is niet duidelijk geworden of eiser ook nog familie in Armenië heeft. Eiser heeft weliswaar gesteld dat dit niet het geval is, maar hij heeft die stelling op geen enkele verifieerbare wijze onderbouwd. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat aan de niet onderbouwde verklaringen van eiser weinig betekenis kan worden toegekend, nu hij ruim dertien jaar lang heeft gelogen over zijn identiteit, het aan hem versterkte Armeense paspoort en de familie van eiseres in Armenië. Gelet op het voorgaande faalt het beroep van eisers dat verweerder niet alle omstandigheden in zijn besluitvorming heeft betrokken.