Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres 2], het kind, gezamenlijk: eiseressen,
Rechtbank Den Haag
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 9 januari 2019, wordt de intrekking van de verblijfsvergunningen van twee Chileense eiseressen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat de eiseressen en de referent gegevens hebben achtergehouden die van belang waren voor de beoordeling van hun verblijfsrecht. Echter, de rechtbank stelt ook dat dit niet automatisch betekent dat er sprake is van frauduleus handelen volgens artikel 16 van de Gezinsherenigingsrichtlijn. De rechtbank concludeert dat de verweerder niet voldoende heeft aangetoond dat aan alle voorwaarden voor fraude is voldaan. De rechtbank geeft de verweerder de gelegenheid om de gebreken in het bestreden besluit te herstellen en een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, waarbij de huidige feiten en omstandigheden in acht moeten worden genomen. De rechtbank benadrukt dat de belangen van het kind ook in de beoordeling moeten worden meegenomen. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat nog geen hoger beroep open tegen deze tussenuitspraak.