In deze zaak heeft verzoeker, die een financial leaseovereenkomst had afgesloten met Volkswagen Bank voor een Audi, verzocht om verwijdering van een negatieve BKR-registratie. De registratie was ontstaan na betalingsachterstanden die volgden op de brandstichting van het voertuig. Verzoeker had de maandtermijnen niet betaald, maar stelde dat de verzekeringsmaatschappij de volledige kredietsom aan Volkswagen Bank had uitgekeerd. De rechtbank heeft de procedure op 2 mei 2019 mondeling behandeld, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van Volkswagen Bank. De rechtbank overwoog dat de registratie terecht was, maar dat het belang van verzoeker bij verwijdering van de registratie zwaarder woog dan het belang van handhaving. De rechtbank oordeelde dat verzoeker financieel stabiel was en dat de registratie een belemmering vormde voor het verkrijgen van een nieuwe lening voor verbouwingskosten. De rechtbank heeft Volkswagen Bank bevolen de BKR-registratie binnen twee weken te verwijderen en heeft de kosten van de procedure aan Volkswagen Bank opgelegd.