Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eisende partij sub 1],
1.Het procesverloop
- de dagvaarding van 4 maart 2019 met producties;
- de conclusie van antwoord van 5 juni 2019 met producties;
- het vonnis van 24 juli 2019, waarin een comparitie van partijen is bevolen, nader bepaald op heden;
- de comparitie van partijen op 6 december 2019, waarbij aanwezig waren:
2.De beslissing
3.De beoordeling
dat aansprakelijkheid voor onrechtmatig handelen van een niet ondergeschikte opdrachtnemer alleen bestaat indien het gaat om werkzaamheden die een opdrachtgever ter uitoefening van zijn bedrijf door die opdrachtnemer doet verrichten. Aansprakelijkheid kan niet worden aangenomen indien de benadeelde de dader en het bedrijf van diens opdrachtgever niet als een zekere eenheid kan beschouwen. De schade behoort dan niet tot de risicosfeer van de opdrachtgever.”(Hoge Raad 21 december 2001, ECLI:NL:HR:2001:AD7395, Delfland/Stoeterij De Kraal). Deze rechtspraak is later genuanceerd in, maar de grondtoon blijft een beperkte uitleg, die is gehandhaafd (Hoge Raad 18 juni 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL9596, Koeman-Sijm Agro).