Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
“Nadat ik een paar jaar als vriend met [naam 2] was opgetrokken en veel met hem had gepraat, ging ik ook met hem mee naar de godsdienstles van [naam 3] . Rond mijn twaalfde jaar (+1979) droomde ik dat Maria met twee andere vrouwen mij verschenen en mij wenkten en zeiden: “Welkom voor ons”. Die droom kwam steeds terug. Ik vertelde dat aan [naam 3] en die zei: “Het komt goed voor jou!”
“Het kwam niet zozeer door [naam 2] , wel door [naam 3] . Ik kende hem al vanaf dat ik op straat speelde, als ik hem zag zeiden we goeiemiddag of hallo. Later als [naam 2] en andere kinderen op school naar de lessen van [naam 3] gingen ging ik wel eens mee en na korte tijd ging ik altijd mee. Daarna kwamen die dromen. Rond 1980, ik was 13 jaar, ging ik in de avond, als het donker was, naar hem toe en dan praatte hij alleen met mij. Hij las met mij uit de bijbel, bad met mij en voor mij.”
“In die contacten met [naam 3] voelde ik vrede. Ik vond bij hem wat ik zocht. Ik wist opeens: dit is wat ik wil. En ik dacht: Er zijn veel wegen, maar dit is de goede weg! Zo voelde ik het.”
“In de kerk voelde ik alles wat er gebeurde als vlakbij mijn hart. En ik kreeg antwoorden op alle vragen die ik had - die vragen waren er gewoon niet meer als ik daar was bij de ikonen, bij Jezus, bij het kruis.”
“In de koptische kerk ging het niet om woorden, maar om de Geest! De wierook, de gebeden, ik voelde contact met onze Vader! Er werd een taal gesproken die ik niet kon verstaan maar die ik heel intens voelde, niet lichamelijk, maar... je werd opgeheven, je was dicht bij God.”
“Lichaam en geest horen bijeen! Als je een gezonde geest hebt, word je ook moedig. Dat geeft mij kracht.”Wat die verklaring met het christendom te maken heeft, licht eiser echter niet toe.