ECLI:NL:RBDHA:2019:14016
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
Op 30 december 2019 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag het wrakingsverzoek van verzoeker afgewezen. Verzoeker had de wraking ingediend tegen mr. M.H. Rochat, de rechter in een civiele procedure tussen hem en Avéro Achmea Zorgverzekeringen N.V. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechter partijdig was en het beginsel van hoor en wederhoor had geschonden. Verzoeker voerde aan dat de rechter in een tussenvonnis onterecht een deskundigenonderzoek had gelast en dat de motivering van de rechter blijk gaf van vooringenomenheid. De wrakingskamer oordeelde echter dat de gronden voor wraking niet voldoende waren onderbouwd. De kamer benadrukte dat een rechterlijke beslissing op zich geen grond voor wraking kan zijn en dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor partijdigheid. De wrakingskamer concludeerde dat de feiten van deze zaak niet vergelijkbaar waren met eerdere zaken waarin wraking wel werd toegewezen. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd in het openbaar uitgesproken, en het proces in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.