ECLI:NL:RBDHA:2019:13069
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluitvorming over de aflosfase van een studieschuld en de ontvankelijkheid van bezwaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 december 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een bericht van 10 september 2018, waarin haar werd meegedeeld dat de aflosfase van haar studieschuld binnenkort zou beginnen. De rechtbank oordeelde dat dit bericht geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het geen mededelingen bevat die gericht zijn op enig rechtsgevolg. Hierdoor was het bezwaar van eiseres terecht niet-ontvankelijk verklaard.
De zitting vond plaats op 9 december 2019, waarbij eiseres niet aanwezig was, ondanks dat zij en de verweerder behoorlijk waren uitgenodigd. De rechtbank heeft kennisgenomen van faxbrieven van eiseres, maar vond geen aanleiding om het onderzoek ter zitting uit te stellen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.