ECLI:NL:RBDHA:2019:1275
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige bekering tot de derwisj en het christendom
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 februari 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Iraanse nationaliteit, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen. De rechtbank heeft de aanvraag als kennelijk ongegrond verklaard. Eiser heeft aangevoerd dat hij zich heeft bekeerd tot de derwisj en later tot het christendom, maar de rechtbank oordeelt dat zijn verklaringen over deze bekeringen ongeloofwaardig zijn. De rechtbank stelt vast dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig zijn, maar dat de bekeringen niet aannemelijk zijn gemaakt. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat hij een diepgewortelde overtuiging heeft voor zijn nieuwe geloofsovertuigingen. De rechtbank wijst erop dat eiser niet tijdig bij de autoriteiten in Nederland heeft gemeld, wat afbreuk doet aan zijn geloofwaardigheid. De rechtbank concludeert dat er geen reëel risico op vervolging is bij terugkeer naar Iran, en dat eiser niet in de uitoefening van zijn geloof wordt belemmerd. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.