ECLI:NL:RBDHA:2019:12520
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van minderjarigen
Op 7 november 2019 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de kinderrechter kennis heeft genomen van het verzoekschrift en de bijlagen. De minderjarigen verblijven feitelijk in een pleeggezin en zijn erkend door hun vader, terwijl de moeder belast is met het ouderlijk gezag. De kinderrechter heeft eerder al maatregelen getroffen, waaronder een ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing, die binnenkort zouden aflopen.
De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing voor een periode van één jaar. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen over de zorg voor de minderjarigen nog steeds aanwezig zijn en dat het noodzakelijk is om de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing te verlengen. De moeder heeft ingestemd met het verzoek, en de pleegouders hebben aangegeven dat de minderjarigen zich goed ontwikkelen.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek in acht genomen en geconcludeerd dat de gronden voor de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de schriftelijke uitwerking die op 22 november 2019 is vastgesteld. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.