Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 augustus 2019, met producties 1 tot en met 35;
- de conclusie van antwoord tevens akte overlegging producties, ingekomen ter griffie op 4 oktober 2019, met producties 1 tot en met 23;
- de akte houdende wijziging en vermeerdering van eis tevens houdende overlegging aanvullende producties, ingekomen ter griffie op 14 oktober 2019, met producties 36 en 37;
- de producties 24 en 25 van de zijde van Kiremko, ingekomen ter griffie op 21 oktober 2019;
- een aanvullende kostenspecificatie van de zijde van Tomra, ingekomen ter griffie op 23 oktober 2019;
- een aanvullende kostenspecificatie van de zijde van Kiremko, ingekomen ter griffie op 23 oktober 2019;
- de mondelinge behandeling van 25 oktober 2019 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnotities van Tomra en Kiremko.
Steam peeling processing system”, dat is verleend op 29 maart 2006 op een aanvrage van 5 juni 2001. EP 385 roept de prioriteit in van de Ierse octrooiaanvrage IE 000456 van 6 juni 2000. EP 385 is onder andere voor Nederland gedesigneerd en is tevens van kracht in Duitsland, Groot-Brittannië, België, Frankrijk, Spanje, Ierland, Zwitserland en Liechtenstein.
Device for steam-heating potatoes or the like” (hierna: GB 119), behoort voor EP 385 tot de stand van de techniek. GB 119 omvat onder meer de volgende passages en figuren:
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
“waarbij het drukvat (1) in wezen de vorm heeft van een bol met tegenover elkaar gelegen, afgeplatte zijvlakken (42,43)”(vergelijk onder 2.8) geopenbaard. In figuur 1 van GB 119 is een vat met een capsule-pilvorm weergegeven. Dit is in wezen een bolvorm met (daartussen) gelegen afgeplatte zijvlakken. Het cilindrische deel is immers in één dimensie, de lengterichting, afgeplat. Dit deel van de vatwand, in figuur 1 van GB 119 met verwijzingscijfers 1 en 2, vormt zijvlakken van het vat. Tot slot is er op de in GB 119 met de cijfers 1 en 2 weergegeven zijvlakken sprake van een tegenoverliggend afgeplat zijvlak.
the structure 1 is rotatable about axis 7 extending between the two somewhat flattened sides”. Op basis van de figuren 12, 13 en 14 van EP 385 (zie onder 2.7) en paragraaf [0049] zal de vakman begrijpen dat de afgeplatte zijvlakken (
42, 43), vlakken zijn die haaks staan op de rotatie-as (7) van het stoomvat, aldus Tomra. Deze lezing gaat niet op, al omdat de figuren een uitvoeringsvoorbeeld zijn maar de octrooiconclusie daartoe niet is beperkt. Bovendien kan de vakman uit het octrooi geenszins opmaken dat met zijvlakken is bedoeld vlakken die haaks staan op de rotatie-as. Integendeel, in figuur 13 van het octrooi zijn de met verwijzingscijfers 42 en 43 weergegeven afgeplatte zijvlakken ook niet haaks (in een hoek van 90°) op de rotatie-as gesitueerd, maar staan zij ook enigszins schuin ten opzichte van die as. De vakman zal dit kenmerk ook niet zo opvatten als dat er sprake moet zijn van een vorm van een perfecte bol waarvan vervolgens de zijvlakken zijn ‘ingeduwd’ of ‘deels weggehaald’. Tomra heeft niet duidelijk gemaakt op basis van welke vakkennis of welke aanwijzingen in het octrooi, de vakman dit kenmerk in die beperkte zin zou opvatten. Dit conclusiekenmerk beschrijft een vorm, niet de werkwijze waarop die vorm tot stand moet worden gebracht.
sleevesmet verwijzingscijfers 5 en 6 in GB 119 (de verticale vlakke uiteinden van nummers 5 en 6 in figuur 1, vergelijk onder 2.9). Indien de verticale uiteinden van de asproppen van de Strata Invicta als afgeplatte zijvlakken in de zin van kenmerk 1.2 gelden, dienen de asproppen in GB 119 eveneens aangemerkt te worden als afgeplatte zijvlakken (zie onderstaand figuur rechts, dat partijen beiden in hun gedingstukken hebben opgenomen) en is kenmerk 1.2 derhalve ook geopenbaard in GB 119 door de daar geopenbaarde asproppen.
“dat het drukvat (1) ten minste een inwendige hefvoorziening (51a, 51b, 51c) heeft voor het meenemen en omhoog voeren van producten (3), ten opzichte van de draaiingsas (7) van het drukvat (1) gedurende de rotatie van het drukvat (1)”(zie onder 2.8) is naar voorlopig oordeel in GB 119 duidelijk en ondubbelzinnig aan de vakman geopenbaard met deksel 17.
a hollow lid) met een taps toelopende onderkant (
frusto-conical bottom end; vergelijk wederom onder 2.8). Het deksel sluit aan op een pakking geplaatst op een ring in een ringvormig gat in de vatwand. Aan de hand van deze beschrijving en de figuren 1 en 2 begrijpt de vakman dat (in dit uitvoeringsvoorbeeld) het deksel ten opzichte van de wand van het vat naar binnen toe uitsteekt. Daarmee openbaart GB 119 een uitstulping die zich binnenwaarts uitstrekt vanaf de vatwand.
Case lawvan het Europees Octrooibureau (EOB) over openbaarmakingen alleen in tekeningen, bij nader inzien te streng. De situatie dat het kenmerk uitsluitend in een tekening in GB 119 is geopenbaard, is in deze zaak niet aan de orde.
)” en waarbij het drukvat b) “in wezen symmetrisch is, ten minste om een as (9)” en “roteerbaar is om de genoemde, hoofdzakelijke symmetrieas (7)”. In wezen worden de kenmerken van de huidige conclusies 1, 2 en 6 in het hulpverzoek gecombineerd. Het hulpverzoek kan Tomra niet baten. Met betrekking tot kenmerk a) is GB 119 nieuwheidsschadelijk, nu het deksel 17 ook direct vanaf de vatwand is aangebracht. Ten aanzien van kenmerk b) is de inventiviteit van de symmetrische vorm, het ‘verschilkenmerk’, onvoldoende aannemelijk (vergelijk r.o. 4.18).