Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. T. Pourjalili, griffier.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 oktober 2019 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over een inreisverbod van tien jaar dat aan een Albanese vreemdeling is opgelegd. De eiser, geboren in 1992, had eerder een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van tien maanden gekregen wegens het vervoeren en aanwezig hebben van cocaïne. Dit vonnis was op 26 september 2018 onherroepelijk geworden. Naar aanleiding van deze veroordeling heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een terugkeerbesluit en een inreisverbod uitgevaardigd, omdat de eiser een actuele en ernstige bedreiging voor de openbare orde zou vormen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris deugdelijk heeft gemotiveerd dat de eiser een gevaar vormt voor de openbare orde, onder verwijzing naar het arrest Z.Zh. en I.O. De eiser voerde aan dat hij geen actuele bedreiging vormde, omdat het om een eenmalige misstap ging en hij geen recidiverisico had. Ook stelde hij dat hij een opleiding had afgerond en in de toekomst in Nederland wilde werken, wat door het inreisverbod onmogelijk werd gemaakt. De rechtbank oordeelde echter dat de ernst van het delict en de gevolgen voor de samenleving voldoende grond vormden voor het inreisverbod.
De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.