ECLI:NL:RBDHA:2019:10313
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van Wob-verzoeken door de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek
Op 2 oktober 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen eiser, een individu, en de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek (ISD Bollenstreek). Eiser had op 16 juli 2018 twee verzoeken ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om digitale kopieën van verslagen van hoorzittingen. De ISD Bollenstreek heeft deze verzoeken afgewezen, stellende dat de Wob niet de juiste weg was voor het verkrijgen van de gevraagde informatie, aangezien het om een klachtafhandeling ging. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser een substantieel aantal Wob-verzoeken had ingediend en dat zijn procesgedrag erop wees dat hij de Wob gebruikte om het ambtelijk apparaat te ontwrichten.
Tijdens de zitting op 27 juni 2019, waar de zaak samen met andere zaken van eiser werd behandeld, heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. Eiser heeft een wrakingsverzoek ingediend, dat later niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin werd gesteld dat de bevoegdheid om beroep in te stellen niet kan worden ingeroepen indien deze wordt misbruikt. De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk was, omdat de Wob-verzoeken waren ingediend met een ander doel dan waarvoor deze bevoegdheid was gegeven.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om het beroep op betalingsonmacht te beoordelen, aangezien dit niet zou leiden tot een andere beslissing. Ook is er geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak benadrukt de noodzaak om zorgvuldig om te gaan met de Wob en de gevolgen van misbruik van deze wet.