ECLI:NL:RBDHA:2018:9452
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslagen loonheffing en correctie fictief loon door de Belastingdienst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 augustus 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een besloten vennootschap waarvan de heer [persoon 1] de directeur-grootaandeelhouder is, en de inspecteur van de Belastingdienst. De inspecteur heeft naheffingsaanslagen loonheffing opgelegd voor de jaren 2014 en 2015, waarbij het loon van de heer [persoon 1] is vastgesteld op € 44.000 per jaar. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, stellende dat de correctie van het loon onterecht is, aangezien de heer [persoon 1] slechts een beperkte inbreng heeft en zijn werkzaamheden vergelijkbaar zijn met die van een managementassistent.
De rechtbank heeft overwogen dat het aan eiseres is om aannemelijk te maken dat het gebruikelijke loon voor een soortgelijke dienstbetrekking lager is dan € 44.000. Eiseres is er echter niet in geslaagd om dit aan te tonen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de werkzaamheden van de heer [persoon 1] niet vergelijkbaar zijn met die van een managementassistent en dat de door eiseres aangevoerde argumenten onvoldoende zijn om de looncorrectie te rechtvaardigen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.