ECLI:NL:RBDHA:2018:8084
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- F.X. Cozijn
- D.R. van der Meer
- H. Nijman
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van WW-uitkering wegens verblijf in het buitenland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.A.T. Sick, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door mr. R.A.C. Rijk. De zaak betreft de herziening en terugvordering van een WW-uitkering van eiseres, die in het buitenland verbleef. De rechtbank oordeelde dat eiseres vanaf 1 januari 2015 geen recht meer had op WW-uitkering, omdat zij in Gambia verbleef en niet beschikbaar was voor de Nederlandse arbeidsmarkt. Eiseres had haar verblijf in het buitenland niet gemeld, wat in strijd was met haar inlichtingenplicht. De rechtbank concludeerde dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, ondanks de financiële en sociale gevolgen voor eiseres. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van het Uwv om de WW-uitkering te herzien en terug te vorderen.