ECLI:NL:RBDHA:2018:788
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M. Ghrib
- T. Sleeswijk Visser - de Boer
- M.J.L. van der Waals
- Rechtspraak.nl
Intrekking verblijfsvergunning en inreisverbod op basis van strafrechtelijke veroordelingen en psychische problematiek
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 januari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een Marokkaanse vreemdeling, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd, maar deze werd ingetrokken op basis van artikel 3.86 van het Vreemdelingenbesluit 2000, omdat hij in totaal 74 keer was veroordeeld voor het plegen van misdrijven. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd waarom het persoonlijk gedrag van eiser een actuele en voldoende ernstige bedreiging voor de samenleving vormde. Eiser had sinds 2010 geen nieuwe delicten gepleegd en zijn laatste veroordeling was van 2016. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris niet had aangetoond dat de gepleegde misdrijven, die vaak lang geleden waren, nog steeds relevant waren voor de beoordeling van de actuele bedreiging. Bovendien had eiser psychische problemen en een verslaving, wat ook niet voldoende was meegewogen in de beslissing van de staatssecretaris. De rechtbank vernietigde het besluit van de staatssecretaris en verklaarde het beroep van eiser gegrond.