AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Toepassing van de discretionaire bevoegdheid in schrijnende zaken met betrekking tot verblijfsvergunningen
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de aanvraag van een Marokkaanse vreemdeling om een verblijfsvergunning op grond van artikel 8 van het EVRM en de discretionaire bevoegdheid van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die sinds 1989 in Nederland verblijft, had eerder aanvragen gedaan voor een verblijfsvergunning, maar deze waren afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de aanvraag van eiser op 4 april 2016 had afgewezen en een inreisverbod van vijf jaar had opgelegd. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld en vastgesteld dat de staatssecretaris onvoldoende rekening had gehouden met de schrijnende omstandigheden van eiser, zoals zijn langdurig verblijf in Nederland en zijn psychische problemen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd waarom de situatie van eiser niet als schrijnend werd beschouwd. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en de staatssecretaris opgedragen om binnen tien weken een nieuw besluit te nemen, waarbij alle omstandigheden in onderlinge samenhang moeten worden beoordeeld. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eiser vergoed.
Voetnoten
1.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
2.Staatsblad 2000, 497, p.94.
3.JV 2017/55 (niet gepubliceerd op rechtspraak.nl).
4.Kamerstukken 2006-2007, 19637 nr. 1131.
5.Advies ‘Om het maatschappelijk belang’ van de ACVZ van december 2011.
6.‘Schrijnende zaken, emotie vervat in juridische termen’, door mr. M.J.M. Peeters in A&MR 2013, 1.
7.‘Op zoek naar transparantie in unieke situaties’, door mr. M.J.M. Peeters in A&MR 2018, 1.
8.Hoewel de verschillende termen leidraad, richtsnoer, hulpmiddel en handvat worden gebruikt, gaat de rechtbank ervan uit dat deze termen onderling inwisselbaar zijn. De rechtbank zal in deze uitspraak omwille van de leesbaarheid de term ‘leidraad’ gebruiken.
11.ECLI:NL:RVS: 2016:1773.
12.201104162/1/V1, gepubliceerd op www.raadvanstate.nl.
13.201107533/1/V1, gepubliceerd op www.raadvanstate.nl.
15.Zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Afdeling van 20 december 2006, ECLI:NL:RVS:2006:AZ5171, en 17 september 2009, 200806602/1/V1, gepubliceerd op www.raadvanstate.nl. 16.Arrest Jeunesse tegen Nederland van 3 oktober 2014 (nr. 12738/10).
17.Onder meer de arresten Rodrigues da Silva en Hoogkamer tegen Nederland van 31 januari 2006 (nr. 50435/99), Osman tegen Denemarken van 14 juni 2011 (nr. 38058/09), Nunez tegen Noorwegen van 28 juni 2011 (nr. 55597/09).
19.Arrest Butt tegen Noorwegen van 4 december 2012 (nr. 47017/09).