Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
C/09/460541 / HA ZA 14-250van
C/09/527084 / HA ZA 17-176van
1.Procesverloop
de zaak 14-250(C/09/060541) bevinden zich de volgende stukken:
- de inleidende dagvaarding van 18 december 2013;
- de incidentele conclusie houdende vordering tot inzage, tevens akte overlegging producties zijdens PlantLab d.d. 19 februari 2014, met producties 1 tot en met 28;
- de conclusie van antwoord in het incident tot inzage, tevens houdende akte overlegging producties zijdens [VOF I cs] d.d. 2 april 2014, met producties 1 tot en met 12;
- de conclusie van antwoord in het incident zijdens Certhon d.d. 2 april 2014, met producties 1 en 2;
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak zijdens Certhon en [VOF I cs] , d.d. 16 april 2014 met productie 13;
- het vonnis in incident van 22 oktober 2014 en het vonnis van 19 november 2014 waarbij tussentijds hoger beroep tegen eerstgenoemd vonnis is toegestaan;
- de conclusie van repliek, tevens houdende (1) wijziging van (grondslag van) eis en (2) incident tot schorsing c.q. aanhouding procedure zijdens PlantLab d.d. 16 november 2014, met producties 29 tot en met 52;
- de conclusie van antwoord in het incident zijdens Certhon en [VOF I cs] d.d. 30 november 2016;
- het vonnis in incident van 15 februari 2017;
- de conclusie van dupliek zijdens Certhon en [VOF I cs] d.d. 29 maart 2017, met producties 14 tot en met 17;
- de akte doorhaling procedure tegen [VOF I cs] , althans houdende intrekking vorderingen jegens gedaagden [VOF I cs] , tevens akte houdende overlegging aanvullende producties zijdens PlantLab d.d. 30 augustus 2017, met producties 53 en 54;
- de akte overlegging producties zijdens Certhon d.d. 17 november 2017, met producties 18 tot en 21;
- de akte houdende overlegging aanvullende producties, tevens akte houdende wijziging van eis zijdens PlantLab d.d. 17 november 2017, met producties 55 tot en met 67;
- de akte overlegging productie zijdens Certhon d.d. 17 november 2017, met productie 22;
- de akte houdende specificatie proceskosten zijdens PlantLab d.d. 17 november 2017;
- de akte houdende overlegging aanvullende specificatie proceskosten zijdens PlantLab d.d. 17 november 2017;
- de kostenspecificatie zijdens Certhon;
- de pleitnotities van mrs. Van der Velden en Van der Beek d.d. 17 november 2017;
- de pleitnotities van mr. Van Rompaey d.d. 17 november 2017.
de zaak 17-0176(C/09/527084) bevinden zich de volgende stukken:
- de beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank d.d. 20 oktober 2016 waarbij Certhon verlof is verleend te procederen volgens het Versneld Regime in Octrooizaken (VRO);
- de inleidende dagvaarding van 15 november 2016, met producties 1 tot en met 20;
- de conclusie van antwoord zijdens PlantLab d.d. 14 juni 2017, met producties 1 tot en met 13;
- de akte overlegging aanvullende producties zijdens PLantlab d.d. 17 november 2017, met producties 14 tot en met 16;
- de akte overlegging producties zijdens Certhon d.d. 17 november 2017, met producties 21 tot en 24;
- de akte overlegging productie zijdens Certhon d.d. 17 november 2017, met productie 25;
- de akte houdende specificatie proceskosten zijdens PlantLab d.d. 17 november 2017;
- de akte houdende overlegging aanvullende specificatie proceskosten zijdens PlantLab d.d. 17 november 2017;
- de kostenspecifiatie zijdens Certhon;
- de pleitnotities van mr. Van Rompaey d.d. 17 november 2017;
- de pleitnotities van mrs. Van der Velden en Van der Beek d.d. 17 november 2017.
2.Feiten
header: ‘LED belichting’ een artikel geplaatst met de titel: ‘Belichting met LED’s maakt nieuwe manier van telen mogelijk’. Het artikel beschrijft kort gezegd de eerste resultaten van een onderzoeksproject waarin een onderdeel van de Universiteit Wageningen (Tuinbouwproductieketens), Philips Lighting en onderzoeksbedrijf Plant Dynamics op dat moment samenwerkten om “assimilatiebelichting met LED’s te laten resulteren in een betere productiviteit, minder energieverbruik en minder lichthinder”. In dit artikel is onder meer het volgende te lezen:
(…)
header: ‘koelen en verwarmen/ wortelklimaat’ een artikel, althans een tweetal samenhangende artikelen, verschenen onder de titel(s) ‘Beheersing worteltemperatuur ontbreekt in klimaatregeling’ en ‘Praktijkervaringen met Rootco in rozen en aardbei zijn veelbelovend’. Centraal hierin staan door Croppings onder de naam Rootco (door)ontwikkelde warmtewisselaars. Het gaat daarbij om schakelbare kunststof lamellen, die, aldus de inleiding van het artikel, kunnen worden toegepast onder teeltgoten, teelttafels en -vloeren om naar behoefte de wortels te kunnen verwarmen of koelen. In het artikel is vervolgens onder meer het volgende te lezen:
“Systeem en werkwijze voor het telen van een gewas in een althans ten dele geconditioneerde omgeving”. Croppings heeft dit octrooi overgedragen aan Plantlab, zodat Plantlab daarvan thans de houdster is.
“System and method for growing a plant in an at least partly conditioned environment”.De conclusies en de beschrijving van EP 814 zoals verleend waren daarbij gelijkluidend aan die van NL 091, met dien verstande dat de conclusies 8 en 9 van NL 091 in EP 814 waren samengevoegd tot een nieuwe conclusie 8 en de daaropvolgende conclusies overeenkomstig waren hernummerd.
‘old and notoriously well known’niet octrooieerbaar geacht [1] . De verleningsprocedure in de Verenigde Staten loopt nog.
“bladverwarmingsmiddelen […] die in staat en ingericht zijn om een van de omgevingstemperatuur afwijkende bladtemperatuur aan het blad op te leggen”worden toegepast.
- dat de aangevoerde nawerkbaarheidsbezwaren geen doel treffen;
- dat bij een letterlijke benadering van het in de conclusies vereiste temperatuurverschil tussen omgeving en blad:
dat bij een doelgerichte benadering van het in de conclusies vereiste temperatuurverschil tussen omgeving en blad:
dat de aangevoerde bezwaren ten aanzien van toegevoegde materie in het hulpverzoek geen doel treffen.
3.Het geschil in de zaak 14-250 (de inbreukprocedure)
- Certhon te bevelen met onmiddellijke ingang iedere inbreuk op NL091 en/of het Nederlandse deel van EP 814 te staken en gestaakt te houden;
- Certhon te bevelen zich met onmiddellijke ingang te onthouden van onrechtmatig handelen jegens PlantLab, meer in het bijzonder door betrokken te zijn bij het bevorderen, uitlokken en/of profiteren van de vervaardiging, gebruik en verhandeling van klimaatcellen die vallen onder de beschermingsomvang van NL 091 en/of EP 814;
- Certhon te bevelen aan (de advocaat van) PlantLab inzage te verlenen in, kort gezegd, de in het kader van het bewijsbeslag opgemaakte beschrijvingen en het in beslag genomen bewijsmateriaal en daarnaast nog een groot aantal andere, in het petitum nader omschreven, documenten af te geven voor zover inzage niet eerder in de procedure is toegestaan;
- Certhon te bevelen een met documenten gestaafde en door een onafhankelijke registeraccountant beoordeelde opgave te doen van een groot aantal administratieve gegevens met betrekking tot afnemers en leveranciers van (wezenlijke onderdelen van) inbreukmakende producten, van het aantal door haar vervaardigde, geleverde en in voorraad gehouden inbreukmakende producten en van de met de inbreukmakende handelingen door haar genoten winst;
- Certhon te bevelen op haar website een rectificatie te plaatsen;
- Certhon te veroordelen tot vergoeding van alle schade die PlantLab als gevolg van de inbreuk op Nl 091 en EP 814 en als gevolg van het door Certhon gepleegde onrechtmatig handelen heeft geleden en Certhon daarnaast te veroordelen tot afdracht van alle winst die zij daarmee heeft genoten, alles nader op te maken bij staat en te vermeerderen met de wettelijke rente;
- Certhon te veroordelen in de volledige kosten van de procedure op de voet van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) te vermeerderen met wettelijke rente.
(1)niet-nawerkbaar is,
(2)niet nieuw is en
(3)(in elk geval) niet inventief is. Los daarvan maakt (het gebruik van) de door haar vervaardigde teeltinrichting geen inbreuk op deze octrooien, nu deze niet alle kenmerken van de inrichtings- en werkwijzeconclusies bevat. Daarbij heeft zij er met name op gewezen dat daarin geen worteltemperatuurbeheersingsmiddelen en bladverwarmings-middelen worden toegepast.
een incidentele vorderingstrekkende tot exhibitie ingesteld. Daarnaast heeft zij op 16 november 2016 een incident “tot schorsing c.q. aanhouding” van de hoofdzaak geopend en daarbij, voor het geval de zaak langer wordt aangehouden dan door haar verzocht, een aantal provisionele vorderingen ingesteld. Op het incident tot inzage is reeds bij vonnis van 22 oktober 2014 (vgl. r.o. 2.28) en vervolgens ook in hoger beroep beslist, terwijl de rechtbank de incidentele vordering tot schorsing dan wel aanhouding en de daarmee samenhangende provisionele vorderingen al bij vonnis van 15 februari 2017 heeft afgedaan. Daarmee ligt uitsluitend nog de hoofdzaak ter beoordeling voor.
4.Het geschil in de zaak 16-176 (de nietigheidsprocedure)
5.Beoordeling
“bladverwarmingsmiddelen die in staat en ingericht zijn om een van de omgevingstemperatuur afwijkende bladtemperatuur aan het blad van het gewas op te leggen”. In het licht van de beschrijving van het octrooi en figuur 1 zal de vakman dit opleggen van een afwijkende bladtemperatuur aldus lezen dat de bladtemperatuur bewust en onafhankelijk van de overige groeifactoren (omgevingstemperatuur, worteldruk, aanbod actinisch licht) kan worden gestuurd c.q. beheerst. Paragraaf 0006 (p.3, regel 4-11) van de beschrijving leert immers dat het systeem volgens de uitvinding de mogelijkheid biedt tot een
gecontroleerdeverdamping en koolzuurassimilatie door een juiste hoeveelheid energie op het blad te
regelen,
naast, kort gezegd, een gecontroleerde belichting en beheersing van de worteldrukactiviteit. In paragraaf 0007 wordt in dit verband gesproken over
bijverwarming. Verderop in de beschrijving wordt vervolgens vermeld dat de koolzuurassimilatie wordt beïnvloed door een bladtemperatuur van het bladstelsel afwijkend
te regelenvan een omgevingstemperatuur, dat
desgewenstde bladtemperatuur ten opzichte van de omgeving afwijkend kan worden
geregeld,
naast een beheersing van de andere groeifactorenen dat [0019] met dit
desgewenst verhogenvan de bladtemperatuur de koolzuurassimilatie- huishouding van het blad in belangrijke mate
beheersbaaris en in het bijzonder
afstembaaris op de worteldruk van de sapstroom in het gewas (par. 0014, p.6, regel 6-15 en par. 0019, p.8, regel 24-30). Figuur 1 toont daarbij bladverwarmings-middelen (30) ook als afzonderlijke lampen, naast verlichtingsmiddelen. Weliswaar geeft deze figuur slechts een uitvoeringsvoorbeeld, maar dat laat onverlet dat het octrooi daarbij voorschrijft dat de inrichting ten minste één warmtebron omvat die in staat en
ingerichtis tot rechtstreekse aanstraling van het blad.
delta T) een belangrijke rol speelt. Zo zal, aldus D1, een in verhouding tot de bladtemperatuur te hoge worteltemperatuur kunnen leiden tot ‘gutteren’: de plant kan zijn vocht via de huidmondjes onvoldoende kwijt waardoor schade aan het gewas ontstaat.
delta T, te weten de bladtemperatuur. Na lezing van D1 zal hij daarbij op zoek gaan naar mogelijkheden om, net als met betrekking tot de worteltemperatuur is gelukt door de toepassing van koellamellen, de temperatuur van het blad afzonderlijk te beïnvloeden en te beheersen. De stap naar bladverwarmingsmiddelen volgens het octrooi is daarmee snel en zonder uitvinderwerkzaamheid gemaakt, in aanmerking genomen dat niet in geschil is dat voor bladverwarming geschikte middelen, zoals infraroodstralers, reeds bekend waren in de stand van de techniek. De conclusie moet daarmee zijn dat conclusie 1 niet inventief is. Hetzelfde geldt voor de op conclusie 1 voortbouwende systeemconclusie 2.
“dat tussen de bladverwarmingsmiddelen en worteltemperatuurbeheersingsmiddelen een regeling is voorzien die een onderlinge afhankelijkheid aan de bladtemperatuur en de worteltemperatuur oplegt”. Dit kan PlantLab echter niet baten, nu dit kenmerk rechtstreeks volgt uit D1. Zoals hiervoor reeds werd vermeld, spreekt dit document immers uitdrukkelijk over het belang van een “goede balans” en een “complex samenspel” tussen onder meer de worteltemperatuur en gewastemperatuur, terwijl het in de hiervoor in r.o. 2.6 weergegeven samenvattingen ook nog eens leert dat de voordelen kunnen worden behaald bij “integratie in de klimaatregeling”. Los daarvan zal de vakman, gelet op hetgeen hij vanuit zijn algemene vakkennis weet over de factoren die van belang zijn voor een goede gewasontwikkeling en over de wisselwerking tussen worteltemperatuur en bladtemperatuur (zie hiervoor), ook uit zichzelf begrijpen dat deze factoren op elkaar dienen te worden afgestemd. Dit afstemmen behoort immers tot het werk van de teler. Het eerste hulpverzoek voegt dan ook geen inventiviteit toe.
€ 12.498,41, niet voor vergoeding in aanmerking. Voor de werkzaamheden van de advocaten over de daarvoor gelegen periode is wel een omschrijving gegeven, zodat PlantLab’s verweer daartegen niet opgaat. Nu geen verdere verweren tegen de gevorderde kosten zijn aangevoerd en de rechtbank deze ook overigens niet onredelijk en onevenredig voorkomen, zal zij de proceskosten aan de zijde van Certhon begroten op € 47.734, 63 ( € 59.615,04 - € 12.498,41 + € 618,- aan griffierecht), een en ander met toewijzing van de gevorderde wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek (BW) op de gebruikelijke termijn van veertien dagen, een en ander als in het dictum vermeld. Deze proceskostenveroordeling zal voorts, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
“in staat en ingericht zijn om een van een omgevingstemperatuur afwijkende bladtemperatuur aan het blad van het gewas op te leggen”. Om dezelfde reden is ook geen sprake van inbreuk op de werkwijzeconclusies.
6.De beslissing
€ 13.478,44 voor het inzage incident en op € 121.895,- voor de hoofdzaak, welke bedragen zijn te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 14 dagen na dagtekening van dit vonnis, indien en voorzover PlantLab deze niet binnen die termijn heeft voldaan;