Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[de man] ,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 april 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Eritrese vreemdeling, geboren op [datum 1] 2000. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was ingewilligd. Echter, er ontstond onduidelijkheid over de geboortedatum van de vreemdeling, aangezien hij in verschillende verklaringen wisselend over zijn geboortedatum had verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vreemdeling zijn geboortedatum niet met documenten heeft aangetoond en dat de staatssecretaris ten onrechte de geboortedatum van [datum 1] 2000 als juist heeft aangenomen. De rechtbank oordeelde dat de vreemdeling procesbelang heeft bij zijn beroep, ondanks dat zijn aanvraag was ingewilligd, omdat de onjuiste tenaamstelling van de verblijfsvergunning gevolgen kan hebben voor zijn status als minderjarige en voor gezinshereniging. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen binnen vier weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de rechtbank ook de proceskosten heeft vergoed.