ECLI:NL:RBDHA:2018:4691
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verweerder weigert asielaanvraag op basis van Dublinverordening en Eurodac-registratie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 maart 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van een Eritrese eiser. De eiser had op 19 oktober 2017 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Italië, op basis van de Dublinverordening, verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag, aangezien de eiser eerder in Italië een verzoek om internationale bescherming had ingediend. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de staatssecretaris terecht had besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de argumenten van de eiser besproken, waaronder de stelling dat hij in Italië geen asielaanvraag had ingediend en dat zijn vingerafdrukken enkel waren afgenomen voor veiligheidsredenen. De rechtbank oordeelde dat de intentie van de eiser om door te reizen naar andere Europese landen niet relevant was voor de vaststelling van de verantwoordelijkheidscriteria onder de Dublinverordening. Bovendien heeft de rechtbank vastgesteld dat de informatie uit het Eurodac-systeem, waaruit bleek dat de eiser eerder in Italië een asielaanvraag had ingediend, betrouwbaar was.
De rechtbank heeft ook de zorgen van de eiser over de opvangomstandigheden in Italië besproken, maar oordeelde dat er geen voldoende bewijs was dat de situatie in Italië zodanig was dat overdracht aan dat land in strijd zou zijn met de mensenrechten. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris op basis van de Dublinverordening en de Eurodac-registratie de aanvraag van de eiser terecht niet in behandeling had genomen. De uitspraak benadrukt de toepassing van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en de verantwoordelijkheden van lidstaten onder de Dublinverordening.