ECLI:NL:RBDHA:2018:3980
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag toepassing artikel 64 Vreemdelingenwet 2000 met betrekking tot medische noodsituatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 april 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser met Afghaanse nationaliteit en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had een aanvraag ingediend voor toepassing van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000, welke door de Staatssecretaris was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op een medisch advies van het Bureau Medische Advisering (BMA), dat concludeerde dat er geen medische noodsituatie op korte termijn te verwachten was en dat de eiser in staat was om te reizen. Eiser was het niet eens met deze beslissing en stelde beroep in, waarbij hij zich beroept op het arrest Paposhvili van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De rechtbank overwoog dat de hoge drempel voor een beroep op artikel 3 van het EVRM niet was gehaald, aangezien het BMA had vastgesteld dat het uitblijven van medische behandeling geen medische noodsituatie zou opleveren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.