ECLI:NL:RBDHA:2018:3576
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Afghaanse nationaliteit op basis van ongeloofwaardige bekering tot het christendom
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 maart 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een eiser van Afghaanse nationaliteit. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser stelde dat hij zich had bekeerd tot het christendom en vreesde voor vervolging bij terugkeer naar Afghanistan. Tijdens de zitting op 15 maart 2018 werd eiser bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris in redelijkheid had kunnen concluderen dat de bekering van eiser ongeloofwaardig was. Eiser had geen overtuigende verklaringen kunnen geven over zijn bekering en de omstandigheden waaronder deze had plaatsgevonden. De rechtbank stelde vast dat eiser onvoldoende inzicht had gegeven in zijn motieven voor de bekering en dat zijn verklaringen over de gevolgen van deze bekering niet geloofwaardig waren. Bovendien werd opgemerkt dat de algemene veiligheidssituatie in Afghanistan niet zodanig was dat eiser een reëel risico op vervolging liep. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en bevestigde de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris.