ECLI:NL:RBDHA:2018:3384
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake afgifte artikel 9-document en schijnhuwelijk
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 maart 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres, een Ghanese gemeenschapsonderdaan, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had verzocht om afgifte van een artikel 9-document op basis van haar huwelijk met haar partner, de referent. Dit verzoek was eerder afgewezen op grond van de veronderstelling dat er sprake was van een schijnrelatie. Eiseres heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat haar huwelijk met de referent een nieuw feit vormde dat de eerdere afwijzing zou moeten herzien.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris in zijn besluitvorming onvoldoende rekening heeft gehouden met de nieuwe omstandigheden die voortvloeien uit het huwelijk van eiseres. De rechtbank oordeelde dat het huwelijk niet louter een formaliteit was, maar dat er een ander toetsingskader van toepassing is voor gehuwden. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de eerdere afwijzing van de aanvraag niet zonder meer kan worden gehandhaafd en dat de Staatssecretaris een nieuw besluit moet nemen, waarbij hij de nieuwe feiten en omstandigheden in acht moet nemen.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de Staatssecretaris opgedragen om het betaalde griffierecht en de proceskosten van eiseres te vergoeden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een individuele beoordeling van aanvragen in het kader van het vreemdelingenrecht, vooral in gevallen waarin eerder een schijnrelatie is vastgesteld.