Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 18 december 2018 in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
€ 2.004.- (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 501,- en een wegingsfactor 1).
Beslissing
Rechtsmiddel
Bijlage
Wat is er (…) in Rwanda bekend met betrekking tot het verblijf van betrokkene in Rwanda en het gedrag van betrokkene ten tijde van de genocide in Rwanda van april tot juli 1994?
A) Is betrokkene in Rwanda, in het kader van de gacaca-procedures of anderszins, beschuldigd van betrokkenheid bij misdaden samenhangend met de genocide van 1994? Zo ja,
Wat is er (…) bekend over de verhouding tussen [eiser] en de door het ICTR veroordeelde [B] ?
A) Is het juist dat [eiser] lid is geweest en functies heeft vervuld binnen de MDR? Zo ja, welke functie(s) en gedurende welke periode?
Eén bron stelt dat betrokkene gedurende zijn verblijf in Kigali in 1994 van de burgemeester in Kigali opdrachten kreeg de stad in te gaan om burgers ‘gevoelig te maken’ voor het doden van hun Tutsi-buren. Hij en de leden van zijn groep droegen wapens. Dezelfde bron heeft betrokkene in april 1994 in Cyahafi (2 kilometer van Kigali-stad) gezien samen met [colonel] . In Cyahafi heeft betrokkene een groep toegesproken, die na de toespraak ‘we will kill them all’ schreeuwde. Hij zou tevens op de hoogte zijn geweest van het transport van de vele Tutsi-lijken op vrachtwagens van de gemeente Kigali. Twee andere bronnen bevestigen dat [eiser] in Taba een wapen droeg.
A) Betrokkene is in Rwanda in het kader van de gacaca-procedures niet beschuldigd van betrokkenheid bij misdaden samenhangend met de genocide van 1994. De vraag of betrokkene anderszins beschuldigd is, kan niet worden beantwoord.
Er is geen biologische band tussen [eiser] en [B] . Zij kennen elkaar doordat ze uit hetzelfde dorp afkomstig zijn en beiden zijn intellectuele en invloedrijke personen (opinieleiders) in de regio. Ze hebben volgens de geraadpleegde bronnen nooit samengewerkt, maar hadden dezelfde missie: het beschermen van het regime door het propaganderen van de ideologie om alle Tutsi te elimineren.
A) Uit onderzoek is gebleken dat betrokkene lid was van de MDR. De hele familie was volgens diverse bronnen lid van deze partij; de vader was van 1991 tot 1994 districtsleider van de MDR in Taba. Het is bij de bronnen niet bekend welke functie [eiser] heeft vervuld en gedurende welke periode hij lid was van de MDR.
In uw IAB stelt u onder punt 1 dat ‘betrokkene gedurende zijn verblijf in Kigali in 1994 opdrachten kreeg van de burgermeester van Kigail’. In de onderliggende stukken van het IAB is echter sprake van opdrachten van ‘de prefect’. Rwanda kende destijds de prefectures Kigali Ville en Kigail Rurale. Beide prefectures hadden een prefect. Prefectures waren onderverdeeld in communes en iedere commune had een burgemeester (bourgmestre).
In uw IAB stelt u eveneens onder punt 1 dat betrokkene ‘in Taba’ een wapen droeg. Ook stelt u dat betrokkene opdracht gaf voor de moord op [X] , een Tutsi afkomstig uit ‘hetzelfde dorp (Taba)’ als betrokkene.
In uw IAB stelt u eveneens onder punt 1 dat betrokkene in april 1994 gezien is ‘in Cyahafi samen met Kubwimena Silas’.
In uw IAB stelt u eveneens onder punt 1 dat betrokkene ‘opdracht gaf voor de moord op [X] , een Tutsi afkomstig uit hetzelfde dorp (Taba) als betrokkene.’ Uit de onderliggende stukken blijkt dat moord op [X] ook daadwerkelijk gepleegd is. In de commune Taba zijn volgens uiteenlopende bronnen ten tijde van de genocide in Rwanda minimaal 2000 tot wellicht 7000 mensen omgebracht.
Betrokkene kreeg de opdrachten van [Z] .
Hiermee wordt de commune Taba bedoeld. Eén bron verklaart dat de autoriteiten gedurende de genocide veel leiders en burgers hebben voorzien van wapens. Dit speelde een grote rol in het aanzetten van gewone burgers tot crimineel gedrag. Het feit dat betrokkene als intellectueel persoon een wapen droeg, maakte hem een voorbeeld en liet de legitimiteit van criminaliteit in het land zien. Dit was een geplande strategie. Door het betrekken van de grote massa kon het moorden versneld worden en kon de weerstand bij burgers ten opzichte van de genocide verminderd worden.
[colonel] is niet bekend bij de drie geraadpleegde bronnen in de commune Taba.
Twee bronnen hebben verklaard getuige te zijn geweest van de moord op [X] . Of de moord op [X] ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden kon op andere wijze niet bevestigd worden. Volgens één bron heeft de etnische achtergrond van [X] een rol gespeeld bij de moord. Er is geen nadere informatie hieromtrent beschikbaar.