ECLI:NL:RBDHA:2018:14987
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Tj. Gerbranda
- R. Raat
- M.J.M. Verhoeven
- Rechtspraak.nl
Overdracht van niet-kwetsbare asielzoeker aan Italië en de gevolgen van het Italiaanse decreet voor opvangvoorzieningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 december 2018 uitspraak gedaan over de overdracht van een niet-kwetsbare asielzoeker aan Italië, in het kader van de Dublinverordening. De eiser, een Gambiaanse asielzoeker, had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling te nemen, omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet-kwetsbaar is en dat de Italiaanse opvangsystemen, ondanks recente wetswijzigingen, niet zodanig zijn dat overdracht aan Italië in strijd is met de mensenrechten. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, die stelde dat het Italiaanse decreet de opvangmogelijkheden voor asielzoekers zou verslechteren, niet overtuigend geacht. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat de situatie in Italië zodanig is veranderd dat de overdracht van de eiser niet kan plaatsvinden zonder dat zijn mensenrechten in het geding komen. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.