ECLI:NL:RBDHA:2018:14063
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verzuimboete opgelegd wegens te late aangifte inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 november 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde A. Jibodh en de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder. De zaak betreft een beroep tegen een verzuimboete die aan eiseres was opgelegd wegens het niet tijdig indienen van haar aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2016. Eiseres had uitstel gekregen tot 1 september 2017, maar heeft haar aangifte pas op 17 november 2017 om 23:59:29 elektronisch verstuurd. De Belastingdienst ontving de aangifte echter pas op 18 november 2017 om 00:00:08, wat te laat was volgens de aanmaning die eiseres had ontvangen.
De rechtbank heeft overwogen dat de verzuimboete van € 369 terecht was opgelegd, omdat eiseres niet binnen de gestelde termijn aangifte had gedaan. De rechtbank oordeelde dat eiseres bewust het risico had genomen dat de aangifte te laat zou worden ontvangen door deze op het allerlaatste moment te verzenden. De rechtbank concludeerde dat er geen omstandigheden waren die aanleiding gaven om de boete te matigen. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door rechter S.E. Postema, in aanwezigheid van griffier P. Jasperse, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.